- 02 november 2022
- | Bron: Dobbit
Hoe zelf zwevend parket plaatsen
Er is geen vloer die een natuurlijke uitstraling heeft zoals parket. Het geeft elk interieur een luxe uitstraling en gaat lang mee, zowel qua duurzaamheid als qua stijl. De installatie van een zwevend parket kan je gemakkelijk zelf doen. Hoe? Dat lees je hier.
VOORBEREIDING
METEN
Meet eerst de oppervlakte van de ruimte nauwkeurig op. Zo kan de juiste hoeveelheid materiaal worden berekend en besteld. Reken steeds zo'n 5 tot 10% extra, als marge voor het snijverlies.
Controleer meteen ook de vlakheid van de ondergrond met een lange regel of waterpas. Sluit de regel niet mooi aan op de vloer en is het hoogteverschil 4 mm of meer, dan moet er eerst worden geëgaliseerd. Want alleen met een vlakke ondergrond verkrijgt men een mooi en duurzaam resultaat.
ACCLIMATISEREN
Leg de pakken parket in de ruimte waar de vloer zal worden geplaatst en laat ze minimaal 48 uur acclimatiseren, zodat het hout zich kan aanpassen aan de omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid. Het is wel belangrijk dat de ruimte een normale luchtvochtigheid (ong. 40–65%) en een normale temperatuur (ong. 18–20 °C) heeft, met niet al te veel schommelingen. Houd de verpakking nog gesloten en leg de pakken geschrankt, om een goede ventilatie toe te laten.
PROPERE ONDERGROND
De ondergrond dient stabiel, vlak, droog en schoon te zijn voor er tot de plaatsing kan worden overgegaan. Verwijder indien nodig bijvoorbeeld oneffenheden met een plamuurmes en stofzuig grondig, zodat er van een perfecte basis kan worden begonnen.
ONDERVLOER
WAAROM?
Om een zwevende vloerbedekking te plaatsen, moet er tussen de ondergrond en de uiteindelijke bedekking nog een ondervloer komen. Die corrigeert eventuele kleine oneffenheden in de ondergrond en zorgt daarenboven voor een extra isolatielaag en voor een extra geluidsreductie van 21 dB. Dit betekent dat zowel loopgeluid op het parket zelf als impactgeluid naar mogelijke onderliggende ruimtes gedempt wordt.
De aluminiumlaag van de ondervloer zorgt er ten slotte voor dat deze dampdicht is. Op die manier fungeert hij tevens als dampscherm tegen opstijgend vocht en verhoogt hij zo de duurzaamheid van de parketvloer.
PLAATSING
De ondervloer wordt haaks geplaatst op de legrichting van de parketplanken. Bepaal in deze fase dus al hoe het parket zal worden gelegd. Tip: door de planken in de richting van de lichtinval te leggen, zal dit de ruimte langer doen lijken.
Begin met een eerste rij van de ondervloer uit te rollen en op de juiste lengte af te snijden. Voorzie aan vaste objecten (uitspringende muur, radiatorbuis …) de nodige uitsparingen. Dit kan makkelijk met behulp van een breekmes. Schuif de eerste strook op zijn plaats, zodat die mooi tegen de muur aansluit. Voor de volgende rijen wordt er op dezelfde manier te werk gegaan.
Zorg ervoor dat de stroken niet overlappen, om zo hoogteverschillen te vermijden. Kleef de tegen elkaar liggende stroken met een waterbestendige plakband aan elkaar voor een ononderbroken vochtwerende laag op de ondergrond.
PARKET PLAATSEN
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN
Het is eerst en vooral belangrijk om bij de plaatsing meerdere pakken met elkaar te vermengen, om een evenwichtige vloer met een mooie schakering te bekomen. Neem dus uit verschillende pakken een plank om de eerste rijen te leggen. Blijf ook tijdens de rest van de installatie planken uit verschillende pakken mengen.
KLIKKEN LANGS BEIDE KANTEN
Bij een plankenvloer met een kliksysteem wordt er normaal gezien tegen een wand begonnen, omdat de planken maar in één richting kunnen worden geassembleerd. Bij een geïntegreerd kliksysteem kan dat echter in twee richtingen, wat als groot voordeel heeft dat er vanaf een bepaald referentiepunt (bijvoorbeeld in het midden van een ruimte) naar beide zijden kan worden gewerkt.
BEGINPUNT BEPALEN
Leg de eerste twee rijen op de positie waar het liefst gestart zou worden. Begin vanaf een moeilijk punt in de ruimte, zoals bijvoorbeeld aan een deuropening. Op die manier kunnen de planken al langs een zijde onder de deurlijst worden geschoven, aangezien het moeilijk is om die onder de lijst in elkaar te klikken. Zo vermijdt men een situatie die op een later tijdstip in de installatie moeilijker zou kunnen zijn.
Vanaf dat punt kan nu de vloer in de verschillende richtingen worden nagemeten. Zo kan er ook bepaald worden of de muren evenwijdig met het parket lopen en kan ook de breedte van de laatste rij planken worden bepaald. Dit kan door de totale breedte van de ruimte te delen door de breedte van de plank, die te vinden is op de verpakking.
Als de restwaarde van de berekening – het getal na de komma – groter dan 5 is, wil dit zeggen dat er voor de laatste rij nog meer dan de helft van de plankbreedte overblijft, en dat is ideaal.
Is de restwaarde kleiner dan 5 – dus kleiner dan een halve plank – dan kan het zijn dat er moet worden bijgestuurd en dat eventueel de eerste rijen nog wat moeten worden verplaatst. De breedte voor de laatste rij planken moet bovendien minimaal 5 cm zijn. Is deze kleiner, dan zal de breedte van de eerste rij moeten worden aangepast zodat de laatste rij die minimumbreedte bereikt, er rekening mee houdend dat ook de breedte van de eerste rij minimaal 5 cm moet bedragen.
Indien men in het midden van de ruimte begint te plaatsen, dient deze berekening uiteraard voor beide kanten te gebeuren.
Op deze manier kan het definitief beginpunt worden bepaald, vanwaar – mogelijks in twee richtingen – de vloer verder kan worden gelegd.
PLANKEN OP MAAT
Het is belangrijk om vanaf dan rij per rij volledig op maat te gaan maken. Leg planken eerst op hun plaats en bepaal waar ze ingekort of eventueel bijgewerkt moeten worden. Teken af waar er gezaagd moet worden en houd hierbij steeds rekening met de uitzetvoeg. Planken op maat zagen en uitsparingen maken lukt het best met respectievelijk een afkortzaag en decoupeerzaag.
VASTKLIKKEN
Het parket is aan alle zijden voorzien van een geïntegreerd kliksysteem, waardoor de planken – eens op maat gezaagd – gemakkelijk aan elkaar bevestigd kunnen worden. Eerst worden de planken langs de lange zijde in elkaar bevestigd, waarna de plank wordt opgeschoven en de korte zijde ervan in de vorige plank neergelaten en aangedrukt wordt zodat de kopse naad mooi aansluit.
WILDVERBAND
Bij het leggen van de vloer moet er rekening worden gehouden met het verloop van de voegen. Indien een wildverband (onregelmatig legpatroon) wordt gebruikt, moet er rekening mee worden gehouden dat het stuk waarmee een nieuwe rij wordt begonnen of beëindigd minstens 30 cm lang moet zijn. Vooral bij een zwevende plaatsing is dit heel belangrijk voor de stevigheid van het geheel.
Let er ook op dat er tussen de verschillende kopse naden een afstand van meer dan 30 cm zit om een trapvorm te voorkomen. Varieer daarom de beginstukken van opeenvolgende rijen in grootte, of gebruik waar nodig een kortere plank middenin een rij om de naad te doen verspringen.
LAATSTE RIJEN
De planken van de laatste rijen moeten ook in de breedte op maat worden gemaakt. Onder bijvoorbeeld keukenkasten zijn deze gemakkelijk af te meten en op de juiste breedte te zagen. Voor een laatste rij die langs een (gepleisterde) muur wordt geplaatst kan dit iets moeilijker zijn. Vandaar is het best om deze rij planken eerst uit te leggen en op maat van de lengte van de ruimte te zagen.
Plaats de in elkaar geklikte planken dan boven op en perfect gelijk met de voorlaatste strook parket. Maak met een restje plank een pasblokje van de breedte van de plank, min de breedte van de uitzetvoeg van 8 mm. Ga met behulp van dit pasblokje langs de muur en teken de breedte van de laatste rij af op de voorbereide rij planken.
Op deze manier worden de contouren van de muur mooi gevolgd en is de breedte van de expansievoeg overal gelijk. Zaag de planken met een decoupeerzaag op de juiste breedte en leg ze in dezelfde volgorde op hun definitieve positie.
PLINTEN
Als afwerking van de vloer moeten alle expansievoegen nog weggewerkt worden met plinten. Voor een keukeneiland of keukenkasten gebeurt dat met de bijhorende plinten die met beugels op de poten van de keukenkasten geklemd worden. Langs de muren worden gewone plinten gebruikt om de expansievoegen af te dekken. Om expansievoegen met een andere ruimte of een andere vloer weg te werken, kunnen aangepaste afwerkprofielen worden gebruikt.
