- 09 maart 2020
- | Bron: Dobbit
Het zelfbouwhuis - aflevering 15
Gevelwerken - Ep. 15 - In deze aflevering van 'Het zelfbouwhuis' werken we verder op de eerste verdieping. We breken een stuk van het bestaande dak af en vernieuwen de achterste gevel.
Transciptie
In de vorige aflevering legden we de verdiepingsvloer op de uitbreiding vooraan. We gebruikten hiervoor het systeem van balken en vulpotten.
Daarop goten we de druklaag met vezelbeton. Dat leverde ons tijdswinst op, want we moesten geen bijkomende wapening leggen.
In deze aflevering helpen we weer 40 uur mee met de aannemer. Tegen 40 euro per uur besparen we zo'n 1600 euro uit op werkuren.
Het bestaande dak moet grotendeels afgebroken worden.
De verdiepingsvloer ligt klaar, dus kunnen we van daarop gemakkelijk aan het dak.
We beginnen met het afnemen van de pannen. Zo kunnen we een gat maken in het dak en dan vanaf de binnenkant verder werken. Dat is de veiligste manier.
We kunnen de pannen niet hergebruiken, omdat ze beschadigd zijn. Maar ze komen wel goed van pas om de kruipkelder die onder de oude woning zit, mee op te vullen.
Van op een afstand zien we de volledige structuur van de woning. De uitbreiding, links in beeld, heeft een plat dak.
De bestaande woning wordt uitgebreid over de twee verdiepingen, en dus moet het grootste deel van het schuine dak vervangen worden door een nieuwe verdieping met plat dak.
Als de pannen en panlatten verwijderd zijn en de kepers en gordingen doorgezaagd, kunnen we de zware stukken van het gebinte wegnemen met de kraan.
Ondertussen wordt ook de stabilisé aangeleverd om de kruipkelder verder op te vullen.
Stabilisé of zandcement is een luchtvochtig mengsel van zand en cement. Aan één kubieke meter zand wordt 150 kg cement toegevoegd. Zo wordt het zand hard en compact. Bij het opvullen verdeelt de stabilisé zich tussen het puin en wordt het zo een stabiel geheel.
We volgen de richtlijnen van de architecte en hebben de kruipkelder eerst opgevuld met 30 cm steenbrokken en pannen. Nu vullen we dit nog aan met 30 centimeter gestabiliseerd zand. Deze hoeveelheden zijn uiteraard afhankelijk van de diepte van je kelder.
Dit is zwaar maar gemakkelijk werk, en dus ideaal om zelf te doen.
De stabilisé moet goed onder de vloerplaat worden geduwd en gelijk worden aangedamd.
Waar het plat dak van de uitbreiding de bestaande woning raakt, hebben we de onderste gevelstenen weggenomen.
Hans is bezig ze te vervangen door isolerende stenen die we eerder al gebruikten onderaan de andere nieuwe muren.
Charlotte
Dus Rein, wat gaan we hier vandaag doen. We gaan een kimblok plaatsen.
Een kimblok op een connectie van het platte dak met een verticale muur.
Dus de verticale muur komt op het platte dak. Dat is steen op steen. Dat is dus koud.
We mogen dat niet hebben, dus wat gaan we hebben: we gaan hier isolatie hebben… dan moeten we hier op de onderbreking ook iets qua isolatie doen… Dus een kimblok is een isolerende steen, die kan gelden als een hoeveelheid isolatie, waardoor dat die koudebrug eigenlijk verdwenen is. En hier zien we een voorbeeld al van een kimblok onder deze wand.
Op dat tekeningetje kan je dat ook nog eens zien. We zien hier de isolatie van het platte dak, we zien hier de verticale wand die erop komt en hier in het rood, dat is de kimblok. En die zorgt er dus voor dat er volledig geïsoleerd is en dat de lijn niet onderbroken is.
Hans zet de kimblokken tand en groef in elkaar, precies onder de bestaande gevelsteen.
Het oorspronkelijke plan was om de traditionele stenen muur te behouden, maar tijdens het metselen van de kimblokken werd duidelijk dat er een probleem is met de stabiliteit van de gevel. Er zitten namelijk scheuren in… Daardoor moesten we onze plannen bijsturen.
Rein
Als je bouwt en renoveert moet je altijd rekening houden met onverwachte dingen.
De bedoeling oorspronkelijk was om hier de gevelsteen, dus de parementsteen, weg te halen tot aan het raam en er een andere vorm aan te geven. Maar we hebben gezien dat die gevelsteen hier zwaar begint door te hangen.
Dan heeft Charlotte, de architecte, beslist samen met de aannemer dat we de hele gevelsteen gaan weghalen en dat we er een traditionele nieuwe gevelsteen gaan tegen zetten.
Dat zal ten eerste mooier zijn, maar ten tweede ook veel goedkoper.
We beslisten dus om de volledige gevelsteen te vervangen door gelijkaardige nieuwe stenen.
De gevel moet dan wel eerst afgebroken worden.
Voor de duidelijkheid: het gaat enkel over de voorste gevelsteen – het parement – niet over de dragende muur, die blijft natuurlijk staan.
Om de gevelsteen te verwijderen zetten we een stelling op. Een doe-het-zelfstelling is eenvoudig te plaatsen met twee. Als we verschillende verdiepingen zetten, kunnen we tot helemaal aan de nok geraken.
Afbreken doen we logischerwijs van boven naar beneden. Dus beginnen we met de schouw.
Bij dergelijk werk op hoogte moet je een helm en de nodige veiligheidskledij dragen.
De stelling is voorzien van leuningen, een noodzakelijke valbeveiliging.
Met de elektrische breekhamer komen de stenen gemakkelijk los.
Weer is de bouwkraan een handige hulp om de brokstukken veilig naar beneden te brengen.
Als de schouw weg is, is de gevelsteen aan de beurt.
We zien dat de dragende muur blijft staan.
Het afbreken gaat snel, want de voegen van de oude muren zitten overal los.
Bij lastige stukken kan je gebruik maken van een hamer en steenbeitel.
Door de grotere kop is je hand beter beschermd en kun je dus makkelijker krachtig slaan zonder je hand te raken.
Na een dag afbreken, ligt de gevel bloot en kunnen we aan de heropbouw beginnen.
Vanuit de tuin kun je die achterste gevel goed zien.
Het plat dak wordt later een groendak en wordt voorzien van verschillende dakafvoeren die we er nu al plaatsen.
Ze bestaan uit een ononderbroken geluidsisolerend materiaal omdat ze in de muur ingewerkt zullen zijn.
De kimblokken zijn ondertussen geplaatst en moeten voorzien worden van een waterwerende laag.
Net zoals bij de muren beneden doen we dat met EPDM. Een flexibel membraan dat elastisch is en dus niet gaat scheuren.
De EPDM moet op de kimblokken worden gelegd. Maar eerst maken de we de blokken schoon en droog. Want de contactlijm kleeft niet op een natte ondergrond.
Met hamer en beitel verwijderen we zo veel mogelijk de uitstekende mortelresten van de dragende muur, omdat de scherpe randen de EPDM kunnen beschadigen.
Mortelresten vallen in de loop van de jaren naar beneden, bovendien hindert dat ook het na-isoleren van de spouw.
Ook de oude spouwankers moeten worden verwijderd. Die korten we af met de haakse slijper.
Spouwankers, ook wel spouwhaken genoemd, dienen om de 2 gevels met elkaar te verbinden, wat zorgt voor een betere stabiliteit.
We vervangen de oude hier door nieuwe exemplaren.
Daarna borstelen we de muren af. Zodat ze droog en zo stofvrij mogelijk zijn.
EPDM plaatsen, doen we op dezelfde manier als bij de muren beneden.
We spuiten de kimblokken en de muur in met de contactlijm.
Of je kan de lijm ook aanbrengen met een borstel.
Dan wachten we tot de lijm handdroog is. Ondertussen geeft Bart – onze aannemer – uitleg over hoe we hier te werk moeten gaan.
De EPDM wordt op de kimblokken gelegd, tot tegen de dragende muur.
Hij wordt minstens 5 centimeter omhoog gekleefd tegen de muur. Bart toont tot waar de EPDM tegen de kimblok mag komen. Hij mag niet dieper komen dan halverwege de kimblok.
We meten goed op hoe breed het stuk EPDM moet zijn. Het moet passen over een kort stukje van de verticale rand van de kimblok, plus de breedte van de kimblok en de spouw, en nog een verticaal stuk van de dragende muur.
Het deel van het stuk EPDM dat gekleefd moet worden, spuit Hans nu in met de contactlijm.
Als de lijm handdroog is, kan de EPDM vastgekleefd worden, op de kimblok, tegen de muur.
Waar er te weinig contactlijm gespoten is, kun je altijd bijwerken.
Vergeet ook niet om de naad af te dichten met een kit. Je doet dit zowel aan de bovenkant als aan de onderkant van het vastgekleefde stuk EPDM.
Deze rubber seal kit zorgt voor een volledig waterdichte afscherming.
Deze laag EPDM zal het condensvocht opvangen dat uit de spouw komt en naar omlaag loopt.
Zonder EPDM loopt het in de muur en de vloer eronder, en dat kan vochtproblemen veroorzaken in huis.
Dat vocht wordt nu naar buiten geleid via de EPDM en wordt afgevoerd in het latere groendak. Vandaar dat EPDM ook niet tot tegen de betonplaat van het plat dak mag komen, want er moet eerst nog een laag isolatie op.
Het is natuurlijk uit den boze dat het vocht uit de spouw in contact zou komen met de isolatie van het plat dak. Dus moet de EPDM hoog genoeg komen.
De dakafdichting die ook uit EPDM zal bestaan, laten we aansluiten tot tegen de kimblokken en onder de EPDM die uit de spouw komt. Zo kan er geen water in de muur of onder je EPDM terecht komen.
Voor we starten aan de vernieuwing van de gevel verwijderen we het oude raam, want de raamopening moet aangepast worden.
Het raam kan nog hergebruikt worden, dus voorzichtigheid is geboden.
Als de EPDM geplaatst is, kunnen we verder gaan met het heropmetselen van de muur.
We willen dat de gevel zijn oude karakter bewaart, en daarom gebruiken we een traditionele steen die we later zullen kaleien.
Bij het kaleien beschilder je de muur met kalkpleister waardoor hij een specifieke look krijgt.
Die topgevel zullen we maar voor een deel heropmetselen, om een contrast te vormen met het nieuwe deel.
Er komt ook nog een DPC-folie in de muur, om het vocht vanuit de spouw op te vangen in een hoger gedeelte. Dat is een extra beveiliging, mocht er ooit van het groendak vocht in de muur komen, dan wordt dat tegengehouden door de DPC- of dampfolie.
Die folie wordt stevig vastgekleefd met lijm. Tegen de draagmuur over de spouw heen.
Daarop metselen we dan verder. Zo kan er zeker nooit vocht naar boven in de gevel trekken. Zelfs al overstroomt het groendak.
Bart leert ons hoe je mooi en glad metselwerk aflevert.
Gebruik niet te veel mortel.
We doen er ook tegen de zijkant van de steen, dan is het metselwerk extra stevig.
Met de top van het truweel schraap je de overtollige mortel weg.
Doe dit niet met de platte kant, want dan wrijf je de mortel open op de steen, waardoor je geen effen façadesteen meer hebt.
In de eerste rij stenen die op de dampfolie gelegd wordt, voorzien we om de 3 à 4 stenen een open stootvoeg. Deze staande voegen worden vrij gemaakt van mortel en zorgen voor verluchting van de spouw. Ze zijn ook een uitlaat om het water dat door de folie wordt opgevangen naar buiten af te voeren.
Je kan de open voegen vullen met samengevouwen restjes DPC-folie, maar ook met stootvoegverluchters. Met deze plastieken hulpstukken is de spouw goed geventileerd en kan er geen ongedierte in de spouw komen.
Elke 3 tot 4 stenen maken we de voeg dus vrij, en daar plaatsen we een plastic stootvoegverluchter. De verluchters worden tot op de DPC-folie geplaatst en zorgen ervoor dat het vocht in de spouw kan verdampen.
Het is belangrijk dat je vooraf grondig alle overtollige cement uit de voeg verwijdert. Zo kan het onderste laagje water er weg. Daarna zetten we de stootvoegverluchters vast met mortel.
Je moet ze wel correct plaatsen. Net zoals bij luiken moeten de lamellen naar onder wijzen, zodat het water er kan uitlopen.
Als de paneeltjes naar boven wijzen kan er water in vallen, en dat is niet de bedoeling.
De topgevel wordt zo verder opgemetseld en de raamopening wordt aangepast.
Rechts is er nog een stuk vrijgelaten voor de nieuwe constructie die in contrast zal staan met de oude traditionele muur.
In deze aflevering werkten we 40 uur mee met de aannemer. Tegen 40 euro per uur, is dat 1600 euro.
Opgeteld bij het al gespaarde bedrag van 24410 euro, komen we voorlopig uit op 26010 euro.
In de volgende aflevering pakken we het metselwerk op de eerste verdieping aan.
Op die manier wordt duidelijk hoe we het verdiep herindelen en krijgt de nieuwe structuur steeds meer vorm.