In de vorige afleveringen bouwden we reeds onze muren op. In de constructie in metal studs en hout kwamen de nodige voorzieningen. Daarna werd het geheel verstevigd met OSB platen. Hierdoor kregen we stevige wanden. Om hierop verder af te werken, werden er bouwplaten geplaatst, cementgebonden in de natte zone en groene gipskartonplaten in de rest van de badkamer. In de natte zone brachten we nog een flexibele dichting aan op de muren. Een stuk vloer en wand werd ondertussen voorzien van tegels, die plaatsten we met een speciaal nivelleringssysteem. Tussendoor werd het bad en het toilet geplaatst en de vloer is ondertussen ook gevoegd. De vloer in de rest van de badkamer is bekleed met een waterbestendig laminaat. Dit keer pakken we het kraanwerk aan.

Beginnen doen we met het kraanwerk van de douche. Haal het beschermplaatje weg en pak alles uit. Kijk even in de handleiding, want een inbouwkraan is toch wat anders dan een die je moet opbouwen.
Snij de inbouwdoos gelijk met de rand van de tegels. Rond de inbouwdoos maak je de naad dicht met wat silicone. En ook al wordt deze naad straks verborgen, je werkt hem toch beter netjes af om zeker geen vochtproblemen te hebben achteraf.

Je kan tijdens het plaatsen van de wanden dus zonder problemen kiezen voor inbouwkraanwerk, zonder dat je al specifiek je kraan moet kiezen.
Het kraanhuis maak je gewoon vast in de inbouwdoos. Je moet geen extra dichting voorzien. Plaats dan de huls van de bedieningsknop er al op en de montageplaat voor de bedieningsplaat.
Je kan op die montageplaat het front dan gewoon vastklikken. Nog even de bedieningsknop van de thermostatische kraan er op duwen en je kraan is geïnstalleerd.
Tijd om de regendouche te installeren. Om de dichting de garanderen, ruw je het best de schroefdraad aan het einde van de stang op. Daarrond doe je dan wat dichtingsdraad om een waterdichte connectie te krijgen.
Schroef de stang op zijn plaats. Om wat meer grip te krijgen, kan je een inbussleutel in de opening steken. Zo kan je de stang goed afregelen.
De douchekop zelf schroef je er gewoon op. Hier moet je geen dichtingsdraad voorzien, de dichting wordt hier gemaakt met rubber. Draai de kraan vast met een Engelse sleutel en zet heb definitief vast met de schroef.

De aansluiting wordt hier ook gemaakt met schroefdraad. Ruw die op voor je de connectie maakt. De dichting doe je weer met dichtingsdraad. Doe dit nu zowel aan de voorkant als aan de achterkant van de connectie. De ene kant komt immers in de connectie in de muur, de andere moet gedicht worden aan het aansluitstuk.
Om de connectie in de muur te draaien, kan je gebruik maken van een inbussleutel. Er is een opening voorzien waar er eentje in past.
Maak dan de houder vast. Om hem goed vast te draaien, heb je misschien een tang nodig. Zorg er voor dat je je kraan beschermt. Steek een doek tussen je tang en de aansluiting om geen krassen te maken.
Dan kan je de douchekop aansluiten. Het ene deel maak je vast aan de douchekop zelf, en het andere aan je aansluiting in de muur. De langste connector komt altijd aan de douchekop.
Alle werken in de douche zijn afgelopen. We plaatsen nu pas de glazen douchewand. Hang het profiel waar de wand in moet komen loodrecht. Teken het af en boor het in. We werken met een luchtgekoelde tegelboor op onze haakse slijper. Met pluggen en schroeven wordt het profiel dan vast gemaakt. De glazen wand schuif je dan op zijn plaats. Doe dit met twee. Zo’n wand is groot en zwaar, en hem alleen opheffen is praktisch onmogelijk.
Als het glas er in staat, breng je nog de rubberen strip aan. Deze zal het glas op zijn plaats houden. Die strip is te lang, dus we snijden hem bovenaan af.
De wand wordt dan nog aan de tegenovergestelde muur vast gezet met een stabilisatiestang. Zo kan hij nergens meer naartoe.
De douche kunnen we nog verder inrichten. Een extra opbergruimte voor zeep of een badspons is altijd mooi meegenomen.
En met de douchenis volledig afgewerkt, kunnen we ook de bescherming van de douchebak wegnemen.
Op naar het bad, want ook daar hebben we een kraan nodig. Leg alle stukken van de kraan even uit en neem de handleiding door. De verpakking van de kraan snijden we open en leggen we in het bad zelf. Zo beschadigen we dat niet als we er met onze schoenen in zitten.
Deze badkraan wordt traditioneel aangesloten met S-koppelingen. Monteer eerst alles zonder de nodige dichtingen, om de positie te kunnen bepalen. De S-koppelingen moeten een bepaalde lengte uit de wand komen.
Monteer dan even de kraan. Die draai je voorlopig nog handvast. Zet die dan waterpas. Op de S-koppelingen en op de muur duid je de correcte positie aan.
Neem alles dan terug weg, want je moet nog dichtingskoord aanbrengen aan de s-koppelingen. Als je dat hebt gedaan, dan draai je de koppelingen terug op hun plaats. Zet ze op de correcte positie.
Vergeet dan niet om eerst de rozassen rond de connectie te doen voor je de kraan zelf monteert. De dichting wordt hier gemaakt door een fiberring, dus je moet geen dichtingsdraad aanbrengen. Enkel goed vastschroeven. Je kan dat doen met een Engelse sleutel.
Naast de kraan komt nog een houder voor een handdouche. Deze sluiten we aan onderaan het bad, maar de houder komt er naast.
De houder schroef je onderaan vast.

Dan kan je de handdouche zelf monteren. Het langste eind van de connectie komt weer aan de kant die in de houder komt. Het andere eind komt aan de kraan.
Het wandprofiel van het bad mag nu ook weg. De bovenkant kleeft lichtjes tegen het bad. Trek die los en de band zal mooi in het midden scheuren.
Achter het bad komt nog een nis. Hierin kan je dan verschillende spullen plaatsen die je bij de hand hebt tijdens het baden. Die nis maken we uit hout, uit lichte eik meer bepaald. Dit is beter bestand dan grenenhout in een natte omgeving. Dat hout zaag je op maat en steek je in elkaar tot je een vierkant hebt dat in je opening past. De rug van de nis maken we met tegels. Daarvoor snijden we eerst een harde bouwplaat op maat van de nis. Hierop komen dan de tegels te liggen en daarop de houten nis.
Lijm de tegels dan op de bouwplaat. Je kan hiervoor tegellijm aanmaken, maar op deze kleine oppervlakte lijmen we de tegels gewoon met polymeerlijm. Met een restje voegmiddel maken we de voeg nog mooi zodat hij hetzelfde uitzicht krijgt als de rest van de tegels.
Lijm het kader vast aan de tegels. Gebruik daarvoor weer polymeer. Die zal op het hout en op de gladde tegels grip vinden. Enkele dikke dotten lijm op de muur en je nis kan op zijn plaats. Duw de nis in de opening.
Daarmee krijgt de badkamer al flink vorm. Het enige wat we nog moeten doen, is ze inrichten. In het volgende deel plaatsen we de meubels en werken we alle naden toe met silicone.