In de vorige aflevering monteerden we onze verlichting.

Binnen ging dit voornamelijk om inbouwspots die we netjes op het plafond of de wand lieten aansluiten.

Ook buiten installeerden we een aantal aangepaste armaturen, waarbij de elektrische verbinding waterdicht beschermd moest zijn.

In deze aflevering plaatsen we de laatste binnendeuren met behulp van een zelfbouwpakket.

Daarna wordt ook onze ventilatie definitief afgewerkt met de montage van de ventielen en de opstart en afregeling van het systeem.
We doen de installatie van de schilderdeuren volledig zelf. In ongeveer 8 uur zijn we hiermee klaar.

Doe dit maal de gemiddelde uurprijs van een gespecialiseerd plaatser, en je bespaart al gauw 320 euro!

Het afwerken van de woning staat ondertussen bijna op punt. Er resten ons nog een paar dingen te doen, te beginnen met de installatie van een aantal binnendeuren aan onze technische ruimtes en het toilet boven.

We kiezen ervoor om zelf de nodige schilderdeuren te plaatsen. Deze deuren kun je aankopen in een zelfbouwpakket en zijn nadien makkelijk mee te schilderen met de muren.
Voor we onze deuren bestellen, moeten we de deuropening meten. Want de breedte ervan bepaalt welke deur je nodig hebt.

Reken sowieso steeds minimum 5 cm speling. Is je deuropening dus 68 centimeter, zoals in ons geval, dan mag de deur maximum 63 centimeter breed zijn, zodat je aan weerszijden van het kader 2,5 cm marge hebt.
Met de juiste deur bij de hand, kunnen we dan van start gaan met de montage.
Het pakket bestaat uit het deurblad zelf, de scharnieren, het slot en bijhorende schroeven, én de deurkast en -lijsten.
Om te beginnen moeten we de dikte van onze wand kennen.

We meten dit op, zodat we het deurkader op maat kunnen maken.

Meet dit op verschillende plaatsen, zodat je de deurkast kan afstemmen op de breedste muurdikte.
Op dit moment kunnen we nog goed zien wat de voor- en achterkant is van het kader, dus duiden we dit meteen ook aan.

Want eens de lat op maat gezaagd is, zal dit moeilijker zichtbaar zijn.
Het op maat maken, doen we met een tafelzaag, zodat de zaagsnede mooi parallel zal lopen.

Let er op dat je bij het instellen van de juiste afstand rekening houdt met de dikte van het zaagblad!
Als je alle latten voor de deurkast zo aangepast hebt volgens de dikte van je wand, moet je de kopse kant nog in de lengte afkorten.

De maat hiervoor bereken je als volgt.

Neem de breedte van je deur, tel er de diktes van de twee naastliggende dagkanten bij, plus 6 mm voorgeschreven speling.
Daarna bevestig je de verschillende onderdelen van de deurkast aan elkaar.

Wij doen dit hier met een tacker, maar je kan ook de bijgeleverde schroeven gebruiken. Zorg er dan wel voor dat je voorboort, want anders zou het MDF gaan splijten.
Hou bij de montage van het kader rekening met hoe je deur open moet gaan en aan welke kant de scharnieren moeten.

Het model is volledig omkeerbaar, dus je kan de deur installeren volgens hoe je zelf wil.
Nog een belangrijke tip!

De constructie is fragiel, monteer daarom een steunlat onderaan het deurkader om dit te transporteren. Want als je schroeven of nagels in de hoeken zouden doorscheuren, is je kader niet meer bruikbaar…
Daarna kan je het voorzichtjes in de deuropening positioneren.

Wij willen dat de deur hier naar buiten open gaat, dus moet de kant met de uitsparingen voor de scharnieren en het slot richting de buitenkant zitten.
We laten het kader op kaleerblokjes steunen, zodat het de vloer niet raakt en opstijgend vocht zo wordt vermeden.
Daarnaast moet de kast ook perfect recht staan. Met de waterpas controleren we dit meteen.

Aangezien de deuropening hier werd gemaakt met een valse wand, is dit het geval en kunnen we er direct tegen schroeven.
Zit je deuropening in een stenen muur, dan zul je hoogstwaarschijnlijk moeten uitpassen met kaleerblokjes.

Daarnaast zul je de bevestiging moeten doen met slagpluggen, die je via voorgeboorde gaten monteert.
In dit geval kunnen we de latten gewoon aan de muur vastschroeven, want die werd voorzien van extra steunbalken aan de randen.
We zorgen ervoor dat het kader netjes met de voorzijde van de muur is uitgelijnd voor we het vastmaken.

Schroef vast via de groef waar later de listel of stootlat komt, zo zal je bevestiging onzichtbaar zijn.
Veranker in eerste instantie enkel de kant van de scharnieren in je deuropening.

Zorg er hierbij voor dat er ter hoogte van elk scharnierpunt een bevestiging wordt voorzien.

Aan het bovenste scharnier voorzie je er twee, want daar zal de meeste trekkracht komen.
Is er een opening tussen het deurkader en je muur, gebruik dan zeker extra steunblokjes om die afstand te overbruggen. Zo kan je stevig bevestigen zonder het kader krom te trekken.
Daarna kun je je steunlat in OSB verwijderen.
Als volgende stap gaan we de scharnieren monteren. Die bestaan uit 2 delen.

Eén deel komt aan je deurblad, het andere deel monteer je op het deurkader.
Het stuk met de pin – het mannelijke deel – moet op het deurkader komen, met de punt richting boven.

Op die manier zul je het deurblad op dit scharnier kunnen haken.
In de omkasting zijn hiervoor al uitsparingen gefreesd, zo ken je onmiddellijk de juiste positie waar je de beugel moet vastschroeven.
Het vrouwelijke deel van de scharnierverbinding moet je dan op je deur monteren.

Ook hiervoor werden de exacte montageplaatsen al in het hout gefreesd, maar je markeert de schroefgaten best wel eerst met een priem, zodat je schroef niet wegloopt bij het schroeven.
Het is natuurlijk wel belangrijk dat je scharnieren in de juiste richting op je deurblad zitten.

Aan de andere zijde van je deur zit de uitsparing voor je slot, dit kun je als referentie gebruiken. Want de kant waar dit gat het dichtst bij ligt, is de onderkant van de deur.
Zorg er bij het monteren ook voor dat het uiteinde van je scharnier mooi met je deurvlak uitgelijnd zit.
Daarna kun je de deur in de opening haken.

Door eerst de deur te hangen en dan pas de tweede zijde van je deurkast aan de muur te verankeren, kun je het geheel beter bijregelen zodat je deurspleet mooi parallel is.
Dit is meteen ook het moeilijkste onderdeel van de installatie, want je moet hiervoor zorgvuldig en geduldig te werk gaan.
Je moet er op toezien dat je deur netjes in één vlak met de muur ligt…

Én de naad moet overal gelijk zijn.

Het is dus een kwestie van voortdurend checken en bijregelen tot je positie goed zit.
Gebruik kaleerblokjes om de voeg tussen je deur en het kader te controleren.
Staat de bovenste hoek zo op punt, dan kun je die alvast gaan bevestigen aan de naastliggende wand.

Het is wel uiterst belangrijk dat je bij elk punt waar je schroeft voldoende ondersteuning voor je lat voorziet, zodat het kader niet kan vervormen!
Op dezelfde manier zorg je er nu voor dat deze hele zijde secuur uitgepast en gefixeerd wordt, zodat je deur uiteindelijk mooi recht vastzit.

Minimum 3 bevestigingspunten aan deze niet-scharnierkant zou moeten volstaan.
De stukken tussen deze punten gaan we nu opspuiten met PU-schuim, zodat de lat over de hele lengte ondersteund is.
In de naad tussen de deur en de omkasting steken we daarvoor een paslatje of pasblokjes.

Zo voorkom je dat het PU-schuim het kader tegen je deur zou duwen en de naad niet meer recht zou zijn. Want daardoor zou je deur ook kunnen slepen.
Het product dat we gebruiken, is daarom ook low expansion, zodat de uitzetting van het PU-schuim beperkt blijft.
Als de ruimte tussen het kader en je muuropening zo aan alle zijden opgevuld is, moeten we dit nog laten uitharden.

Reken hiervoor op ongeveer een uurtje.
Daarna kunnen we het geheel netjes gaan afwerken met deurlijsten.
Die moeten we opnieuw eerst op maat maken.

We positioneren de lange zijde daarom eerst ter plaatse en meten zo af hoeveel we de lijst moeten inkorten.

Hou er rekening mee dat die op een aantal millimeter van de rand van de deur moet komen, zodat je de deur nog uit de scharnieren kan haken.
Als zo de twee lange zijdes op maat gemaakt zijn, zetten we die op hun plaats om zo de tussenafstand voor de bovenste zijde te kunnen opmeten.

Want we gaan de lijsten hier niet in verstek plaatsen.

Dit oogt iets moderner, maar we breken de uiteindes van de horizontale lijst wel met wat schuurpapier, zodat de overgang niet te hard is.
Zie je dat alles naar wens is, dan kun je de lijsten vastschieten met een tacker.
In principe kun je die ook vastzetten met een montagelijm, maar wij gaan voor een mechanische bevestiging met nageltjes.

Dit is mogelijk gezien onze naastliggende wand hier uit hout bestaat.

Let er dan natuurlijk wel op dat je bevestigt in de deurkast of de wand, en niet in het PU-schuim.
We moeten ook nog de stootlatten of listels in de deurkast monteren.

Die zullen ervoor zorgen dat de deur op dat punt tegengehouden wordt, en niet te ver naar binnen zou doordraaien.
Eens we deze op maat afgekort hebben, kunnen we ze in de voorziene listelgroeven in de dagkanten en de kopkant gaan monteren.

Dit doen we opnieuw met ons nagelpistool.
Daarna steken we het slot in de juiste richting in het voorgefreesde gat en monteren we de slotplaat aan de andere zijde.
Na het hout eens kort op te schuren, vullen we de nagelgaatjes op met houtplamuur, zodat die onzichtbaar zullen zijn eens alles geschilderd is.
De finishing touch van onze schilderdeuren, is het plaatsen onze zelfgekozen klinken.

Het gaat om een strak zwart model, dat goed past bij de rest van de woning.
We steken beide klinken – een aan elke zijde van de deur – met een verbindingsstang in het voorziene gat.

Met een schroefje kunnen we er nu voor zorgen dat de klinken op de stang geklemd zitten.
Het plaatje schroeven we netjes vast aan het deurblad zelf.

Met een afdekplaatje kunnen we dit nu mooi wegwerken.
Ten slotte bevestigen we nog de bijhorende slotplaatjes.

We tekenen de positie af en boren de bevestigingspunten voor om het vervolgens te kunnen vastschroeven.
We doen nog een laatste check-up van het slot en zo zijn ook onze laatste binnendeuren klaar!
Daarna nemen we het ventilatiesysteem onder handen.

In de ruwbouwfase voorzagen we al de nodige leidingen, de unit en de dakdoorvoeren. Maar het geheel moet nu nog afgewerkt en opgestart worden.
De ventilatiemonden voor onze pulsie en extractie zitten klaar in alle ruimtes. Met ventielen gaan we die nog netjes afwerken.
De buizen moeten we daarvoor afkorten tot op het niveau van het plafond, dat ondertussen bepleisterd is.

Met een multitool gaat dit vlot.

We doen het wel voorzichtjes zodat we ons plafond niet beschadigen.
Met een schuurpapier met fijne korrel wrijven we alle braampjes af, zodat het uiteinde mooi glad afgewerkt is.
Daarna hoeven we enkel nog de body van het ventiel in de opening te klikken.

Dit wordt dan nog afgewerkt met een afdekplaatje, zodat dit subtiel in de ruimte geïntegreerd is.
Op die manier werken we dus alle ventilatiemonden met ventielen af.
Mocht je tijdens het afkorten je pleisterwerk toch wat beschadigen, dan herstel je dit eerst met wat plamuur. Eens het voldoende gedroogd is, kun je het ventiel ter plaatse steken.
Het zelfbouwgedeelte van ons ventilatiesysteem zit er zo op. Nu kunnen we een technieker laten langskomen om het systeem effectief op te starten. Want het is belangrijk dat de instroom en uitstroom in de volledige woning in evenwicht zijn.
De technieker begint met alle ventielen open te draaien voor hij de ventilatie-unit opstart.

Hij stelt hierbij meteen het maximale debiet in, dat werd berekend aan de hand van de nodige capaciteit in de woning.
Hij controleert meteen ook de toestand van de filters, die vervuild kunnen zijn door het bouwstof van de werken.

Sowieso vervang je die best 1 maal per jaar en tussendoor moet je ze af en toe eens stofzuigen.
Voor hij de ventielen per ruimte afregelt, meet hij nog de voorziene deurspeling. Die is nodig voor een goeie werking van je ventilatiesysteem.
Per deur zou dit minimum 70 cm² moeten zijn.

Een deur van 70 cm breed bijvoorbeeld, moet dus een vloerspleet van 1 cm hebben.
Daarna kan hij beginnen met de debieten per ventiel af te regelen.

Het is belangrijk dat je plafond al geplaatst is voor hij langskomt, zodat hij de meting naar behoren kan uitvoeren.
Hij plaatst daarvoor een luchtdebietmeter over het ventiel, tegen het plafond.

Zo kan hij de debietwaarde voor dat punt aflezen.
Het ventiel moet hij vervolgens bijregelen, door dit open of dicht te draaien, tot het gewenste debiet bereikt wordt.
Daarna gaat hij over naar het volgende punt.

Zitten er meerdere ventielen in één ruimte, dan moet hij nadat hij een van de ventielen afgeregeld heeft, steeds het vorige opnieuw controleren. Want het ene zou het andere kunnen beïnvloeden.
Op die manier worden alle punten in de volledige woning gemeten, bijgeregeld en opnieuw gemeten, tot alles op punt staat.

Per type ruimte is er een voorgeschreven debiet dat moet gehaald worden, wat dient als referentie bij het afregelen.
Op het einde worden alle definitieve waarden per ruimte ingegeven en wordt een werfverslag van deze ventilatiemeting opgemaakt en doorgestuurd naar de EPB-verslaggever.

Dateert je bouwaanvraag van 2016 of later, dan kan deze meting je extra EPB-punten opleveren.
Op het einde wordt de afgeregelde positie van alle ventielen nog vastgezet met een schroefje, zodat de opening exact op maat blijft.

Door het installeren van onze deuren en ventielen zelf te doen, konden we 320 euro uitsparen.

Daarnaast deden we ook de installatie van onze ventilatieleidingen volledig zelf, aan de hand van een zelfbouwkit. Ook daarop konden we uiteindelijk zo’n 3500 euro besparen.

Samen met het voorlopige totaal van 98.810 euro, komt het gespaarde bedrag nu uit op 102.630 euro.

In de volgende aflevering wordt het alarmsysteem in de woning geïnstalleerd.

Alle nodige kabels werden door ons voorzien, maar nu komt de installateur langs om alle onderdelen te plaatsen en aan te sluiten.

Het gaat hierbij om een combinatie van bewegingsdetectoren, rookmelders en magneetcontacten.