- 16 april 2020
- | Bron: Dobbit
HOE EEN LUCHT-LUCHT WARMTEPOMP PLAATSEN
Heb je in je woning een of meerdere kamers waar de temperatuur nooit echt optimaal is? Dan kun je ervoor kiezen om een lucht-lucht warmtepomp te plaatsen! Hiermee kun je op een energievriendelijke manier één of meerdere ruimtes koelen of bijverwarmen. Met deze handige zelfbouwkit is je kamer in no time voorzien van een aangepaste airco.
Transciptie
Ken je het probleem? Het is putje winter en je krijgt je woonkamer maar niet opgewarmd… Of het was een hete zomerdag en het is veel te warm in je slaapkamer om de slaap te kunnen vatten…
Dan kan een lucht-lucht warmtepomp soelaas bieden!
Hiermee wordt de lucht uit je ruimte de binnenunit binnengebracht. Onder invloed van een koelmiddel wordt deze lucht dan gekoeld of opgewarmd en op de zelf gekozen temperatuur terug de ruimte ingeblazen. Zo kun je met een simpele ingreep, op een milieuvriendelijke manier het comfort in je woning vergroten.
En dit hoeft helemaal geen stukken van mensen te kosten, want bij Easykit kun je die verkrijgen in een zelfbouwkit.
Als je dus een of meerder kamers hebt waar de temperatuur nooit echt ideaal is, maak dan een afspraak en ga langs in een van de elf toonzalen om advies te vragen.
Het is aangewezen meteen een grondplan van je ruimtes mee te nemen, zo kan de adviseur onmiddellijk inschatten wat de beste oplossing is op maat van je woning.
Je krijgt ook de nodige uitleg bij het voorgestelde systeem, zodat je ter plaatse kan zien wat het effectief inhoudt.
Beslis je om op het voorstel in te gaan, dan wordt het materiaal bij jou thuis geleverd, zodat je zelf het eerste onderdeel van de installatie kan doen.
Controleer steeds het materiaal voor je van start gaat.
Bij een airco gaat dit om de buitenunit met zijn steunblokken, de kabelgoten en de binnenunits met hun installatiekit.
In het instructieboekje kan je nu nagaan hoe je te werk moet gaan.
Je begint met het gedeelte binnen, het ophangen van de binnenunits.
Elk toestel is voorzien van een montageplaat, waarmee je het aan de muur kan bevestigen.
Het is nu heel belangrijk om de juiste positie van elke unit te bepalen.
Aan de bovenkant moet er een minimummarge van 5 centimeter zijn, terwijl het ook minstens 2 meter van de grond moet hangen.
Rekening houdend hiermee, kun je de montagebeugel nu op de muur gaan positioneren.
Denk er ook aan dat de beugel minimum 3 centimeter boven een deurlijst moet hangen, zodat je nog ruimte hebt om het toestel erover te haken.
Controleer tijdens het afmeten regelmatig met je waterpas, want je toestel moet mooi recht hangen.
Is de positie goed, teken dan de gaatjes af op je muur.
Een 5-tal bevestigingspunten, verspreid over de beugel, is in principe voldoende.
Boor de gaten dan voor, zodat je de montageplaat met pluggen en schroeven aan de muur kan vastmaken.
Daarna kun je de unit gewoon over de beugel haken.
Het volgende dat moet gebeuren, is het voorzien van de doorvoer van het toestel naar buiten, waar de buitenunit zal staan.
De leidingen zal je dus vanaf de zijkant van het toestel door de muur moeten trekken.
De plaats waar de leidingen uit de unit zullen komen teken je af en zet je met een waterpas over op de muur waar het gat naar buiten moet gemaakt worden.
Daarna maak je met een klokboor met een diameter van 55 de opening.
Om de leiding van het toestel naar buiten te brengen is een uitsparing voorzien aan de zijkant, waarvan je het klepje eerst nog moet verwijderen.
Daarna kun je de afvoerdarm voorzichtig door de opening halen en de unit ter plaatse hangen.
Het stukje leiding dat nu zichtbaar is, werk je dan netjes weg met een stukje kabelgoot, dat je op maat maakt en aan de muur bevestigt.
Om de verbinding tussen de buiten- en binnenunit te maken moet je nog een elektrische kabel en twee koelleidingen door het gat naar binnen steken.
Deze koelleidingen zorgen ervoor dat het koelmiddel doorheen de installatie kan circuleren.
De elektriciteitskabel sluit je nu aan op de airco, zodat die via de buitenunit stroom ontvangt.
Eens je het uiteinde van de kabel ontmanteld hebt, moet je hem op de juiste plaats in de unit kunnen binnenbrengen.
Het is hierbij nuttig om met een stut – zoals bijvoorbeeld een breekmes – de onderkant van het toestel naar voor te houden, zo kun je gemakkelijker werken.
Als je de kabel zo tot bij het aansluitplaatje gebracht hebt… moet je die nog op de juiste manier elektrisch aansluiten.
Hoe dit exact moet gebeuren, kun je terugvinden in je handleiding, en zijn er tijdens de installatie toch nog onduidelijkheden, dan kun je steeds telefonisch om hulp vragen.
Om de voorbereiding van deze unit af te ronden, breng je nog de koelleidingen tot aan het toestel, zodat de technieker ze later kan aansluiten.
Op exact dezelfde manier bereid je alle andere binnenunits voor.
Aan elke unit zijn aan beide kanten uitsparingen voorzien om de kabels naar buiten te brengen, zo kun je afhankelijk van je situatie de linkse of rechtse opening vrijmaken.
Eventueel kun je de aansluiting met de elektrische kabel al maken voor je de unit ophangt, zo kun je er iets beter bij.
Maar hou er dan wel rekening mee, dat je de gemonteerde kabel nog volledig van binnen naar buiten moet kunnen trekken.
Voordat je de unit dan op de beugel haakt, plooi je de koelleiding nog heel voorzichtjes over, door de vrijgemaakte opening, om knikken te vermijden.
Omdat de opstelling in dit geval gespiegeld is aan die van onze eerste unit, zullen de koelleidingen hier naast, in plaats van achter, het toestel moeten aangesloten worden.
Waar deze koppeling gebeurt, maakt in principe niet uit, zorg er enkel voor dat het op een plaats is waar de technieker later goed bij kan.
Zit die ter hoogte van de kabelgoot, is dit dus prima.
Ook hier worden de koelleidingen en de stroomkabel via een opening in de muur klaargestoken.
En ook een afvoerleiding wordt voorzien. Let er daarbij op dat die langsonder in het gat zit, zodat je een natuurlijk afvloeiing van je binnenunit richting buiten hebt.
Deze leiding moeten we nu nog op de afvoer van de binnenunit aansluiten.
Het uiteinde hiervan is voorzien van ringen die je kan afkorten tot het smallere gedeelte, zodat het goed over het andere uiteinde klikt.
Fixeer deze verbinding uiteindelijk met wat tape.
En steek de leiding mooi onderaan in de kabelgoot weg.
Als ten slotte ook de koelleidingen op de juiste lengte klaar zitten, breng je nog het buitengedeelte van de installatie in orde.
Hang ook daar kabelgoten op – verticaal dit keer – die alle leidingen netjes tot bij de buitenunit zullen brengen.
De bocht die de kabels hier maken, is in principe vrij scherp. Maar doordat de koelleidingen hier flexibele meerlagige buizen zijn, heb je een kleiner risico op knikken en een verminderde doorstroming. Maar wees uiteraard wel voorzichtig!
Door middel van de kabelgoten bundel je de leidingen meteen ook per unit.
Toch is het aan te raden om het uiteinde van je kabels nog te markeren, zodat voor de technieker duidelijk is welke kabels bij welke binnenunit horen.
Als laatste stap, moet je nog de buitenunit zelf plaatsen.
Die monteer je centraal op de meegeleverde steunblokken. Op die manier zal de unit stevig blijven staan bij hevige wind.
Het geheel positioneer je zowel aan de zij- als aan de achterkant op minstens 30 centimeter van de muur, zoals voorgeschreven.
Aan de voorzijde moet minstens 2 meter ruimte zijn, voor een goeie luchtcirculatie.
Zorg er ook voor dat er een XVB-kabel van 3G2.5 klaarligt van de schakelkast naar de buitenunit. Die moet aangesloten zijn op een automaat van 20 ampère en zal de unit van stroom voorzien.
Nu alles voorbereid is, kun je een technieker van Easykit laten langskomen om het systeem in dienst te stellen.
Hij begint met het aankoppelen van de koelleidingen op de leidingen van de binnenunit zelf.
Op de uiteindes worden koppelstukken geperst die zullen zorgen voor een koeltechnische verbinding.
Bij de ene unit zit deze koppeling achter het toestel, bij de andere naast het toestel in de kabelgoot.
Daarna worden de uiteindes van deze koelleidingen op dezelfde manier op de buitenunit aangesloten.
In totaal kunnen er maximum 4 airco’s op één buitenunit aangesloten worden.
En ook de elektrische verbinding wordt voorzien.
Nu de volledige aansluiting gebeurd is, doet hij eerst nog een druktest voor hij het toestel opstart.
Door met stikstof een hoge druk op de leidingen te steken, die gedurende een bepaalde tijd gelijk moet blijven, checkt hij of de verbindingen lekvrij zijn.
Ondertussen spuit hij ook zeepsop op alle koppelingen als extra test.
Verschijnen er geen belletjes, dan wil dit zeggen dat er geen lucht ontsnapt.
Daarna brengt hij rond de verbindingen binnen nog isolatie aan, om ook daar zo weinig mogelijk warmteverlies te hebben.
Als de druktest geslaagd is, trekt hij de leidingen luchtledig met een vacuümpomp.
Op die manier verdampt het vocht uit de leidingen en zijn ze proper en leeg, voor een optimale werking.
Dit vacumeren moet grondig gebeuren en pas daarna laat hij het koelmiddel uit de buitenunit de leidingen binnenstromen.
Eens ook de stroom aangezet is, kan de lucht-lucht warmtepomp effectief opgestart worden.
De technieker geeft nog de nodige uitleg over de werking en het onderhoud van het toestel.
Zo is de installatie afgerond en kun je vanaf nu genieten van een optimale temperatuur in jouw woning!