PLAATS ZELF EEN AIRCOHEATER

Wil je je ruimte kunnen koelen en verwarmen met eenzelfde toestel? Dan is een aircoheater de ideale oplossing! Een strak toestel dat je op een buitenmuur installeert en enkel hoeft in te pluggen in het stopcontact. In tegenstelling tot bij gewone airco's, heb je hierbij geen logge buitenunit nodig om te kunnen koelen, dankzij de ingebouwde ventilator. Het is bovendien gemakkelijk zelf te plaatsen met een zelfbouwkit.

Voor een Easykit toonzaal in de buurt ga naar https://easykit.be/afspraak/toonzalen

Transciptie 

Je wil je kamer kunnen koelen, maar hebt geen plaats voor zo’n grote buitenunit?

Dan is een aircoheater wat je nodig hebt.

Bovendien kun je er niet enkel mee koelen, maar ook verwarmen, twee vliegen in één klap dus!
Maak een afspraak met een Easykitfiliaal in je buurt voor meer informatie.

Zo kun je een toestel op maat van jouw ruimte bestellen.
De installatie kun je zelf doen, met de complete installatiekit.
Als je de aircoheater wil plaatsen ter vervanging van een bestaande radiator, moet je die eerst correct afkoppelen.
Sluit het toevoercircuit waarop je radiator aangesloten zit af, voor je hiermee begint.
Daarna kun je het water uit het toestel laten.
Is hij volledig leeg, dan koppel je het onderblok los, zodat je de radiator van de beugels kan haken.

Check nog een laatste keer of al het water eruit is, voor je hem wegbrengt.
Ook de bevestigingsbeugels kun je nu verwijderen…

Net als de toevoerleidingen.
Zat je bestaande verwarming niet op een apart circuit, dan zal je ook nog een stop op elke leiding moeten voorzien.
Zo is de ruimte klaar voor de installatie van het nieuwe toestel.

Twee dingen zijn daarbij belangrijk.

De aircoheater moet gemonteerd worden op een buitenmuur én je hebt een stopcontact in de nabijheid nodig.
Begin steeds met het geleverde materiaal uit te stallen.

Zo leer je alle onderdelen kennen en kun je meteen controleren of er niets onbreekt.
Bestudeer ook de handleiding voor je van start gaat. Op die manier kun je goed voorbereid te werk gaan en voorkom je fouten te maken bij de installatie.
De eerste stap is het correct positioneren van het toestel.

Op het instructieblad kun je de voorschriften hierover terugvinden.

De heater moet op minstens 10 centimeter afstand van de vloer of naastliggende muren hangen.

Hang je hem hoger, dan moet je rekening houden met een minimumafstand van 15 centimeter ten opzichte van het plafond.
Om het toestel gemakkelijk te kunnen installeren is een boormal voorhanden, waarmee je perfect de nodige bevestigingspunten en muurdoorvoeren kan aftekenen.
Check nog even of de mal perfect overeenkomt met de maten van het toestel, zodat je hem daarna kan ophangen op de plaats waar de unit moet komen.
Je houdt hierbij rekening met de voorgeschreven afstand van minstens 10 centimter ten opzichte van de zijmuren en de vloer.

Meet dit dus af en zet deze lijn uit met een waterpas, zodat je de mal – en dus het toestel – recht bevestigt.
Neem hiervoor je tijd en controleer nadien nog eens of het blad mooi recht hangt zodat je een net resultaat bekomt.
Op de boormal staan een aantal punten aangegeven die je moet overzetten op de muur voor een vlotte montage.

Dit gaat onder meer over de bevestigingspunten van de beugel.
In de montage-instructies kun je terugvinden welke gaten je hiervoor precies moet doorboren.

Markeer deze punten op je blad.
Daarna kun je ze gaan overzetten op je muur door ze door het papier in te boren.
Hetzelfde doe je met het bevestingingspunt aan de onderzijde en de wanddoorvoeren.
Haal daarna de mal weg, zodat je de punten nu volgens de gewenste diameter en diepte kan voorzien.

Op de boormal vind je hiervoor de nodige informatie terug.
Om niet te diep te boren, plak je de boorkop best af volgens de lengte van de meegeleverde pluggen.

Voorzie een klein beetje marge, zodat je net iets dieper boort.
Op die manier zorg je ervoor dat alle bevestigingspunten op de correcte plaats klaarzitten, met de nodige pluggen voor een stevige montage.
Onderaan het toestel moet naast een bevestigingspunt ook een doorvoer voor de condensafvoer komen.

Die moet door de volledige dikte van je muur geboord worden, zodat deze leiding aan de buitenzijde van je gevel uitkomt.
Plak ook hiervoor je boor af, volgens de dikte van je muur.
Op de mal staat aangegeven dat je hiervoor een boordiameter van 18 moet hanteren, maar je kan ook diameter 20 gebruiken om het doorsteken van de leiding later iets te vergemakkelijken.
Sowieso boor je het gat beter eerst met een dunnere diameter voor, om het daarna te gaan vergroten.
Het boorgat moet schuin naar buiten aflopen, zodat het condenswater niet in je leiding of toestel blijft staan.

Let er dus op bij het boren, dat je de boor lichtjes schuin houdt.
Wanneer je bijna door je muur zit, schakel je de klopboorfunctie van je machine best uit, zodat je de laatste centimeters al snijdend kan doen.

Op die manier verklein je de kans dat je de gevelsteen zou beschadigen.
Eens de opening gemaakt is met een diameter van 10, kun je het gat gaan vergroten met de gewenste boordiameter.

Het eerste deel doe je voorzichtig met de klopboorfunctie.
Voor het vergroten van het gat aan de buitenzijde, kun je van buiten naar binnen gaan boren.

Plak het boorgat hiervoor eerst af met tape, zo verklein je de kans op afbrokkeling van je gevelsteen. Daarna kun je voorzichtjes boren.
Haal nu eventueel je plint weg om gemakkelijker te kunnen werken.
Voor je overgaat tot het voorzien van de grote openingen voor in- en uitblaas, kun je nog je bevestigingsbeugel ophangen.
De pluggen zitten hiervoor al klaar, dus hoef je enkel nog vast te schroeven op de zes voorziene bevestigingspunten.
Check tijdens de montage met je waterpas of de beugel ook effectief recht hangt.
Steek telkens een rondel tussen je schroef en de beugel, en let er ook op dat de beugel in de juiste positie hangt, met de haakjes naar boven toe.
Het moeilijkste punt van de installatie is het maken van de grote muurdoorvoeren met een diameter van 162.

Deze cirkels staan in de juiste grootte aangegeven op de boormal, dus best is om zowel het centerpunt als de contour met een dun boortje op je muur over te zetten.
In een eerste fase moet je er nu voor zorgen dat je het middelpunt van je opening doorboort in de buitenmuur.

Zo heb je daar ook een referentie voor waar het gat moet komen.
Is dit gebeurd, dan kun je de volledige cirkel gaan aanpakken.

Ook hier moet de opening lichtjes naar buiten toe afhellen, zorg er dus voor dat je de boor wat schuin houdt bij het boren.
Door de contour van je afgetekende cirkel te volgen met je boor, kun je door je muurafwerking en binnenmuur geraken.

Gebruik indien nodig een beitel om de stenen gemakkelijker te verwijderen.
Check tussendoor met de binnenring van je toestel of het gat passend is en ruim ook onmiddellijk je afval op, zodat je proper kan werken.
Eens je door je snelbouwsteen geraakt bent, moet je ook nog je muurisolatie verwijderen. Dit lukt best met een gewoon breekmes.
Herhaal deze stappen voor je tweede wanddoorvoer.
Voor je nu het gat maakt aan de buitenzijde, kun je nog de binnenringen gaan monteren.
Maak de randen van je opening proper met een mes en positioneer de ring ter plaatse.

Zo kun je ook de locatie van de bevestigingspunten aftekenen op je ondergrond.
Boor deze gaten nu voorzichtjes door.

De nodige schroeven en pluggen moet je zelf voorzien, dus neem hiervoor geen al te grote diameter, zodat je randen niet zouden doorscheuren bij het bevestigen.
Let erop dat je de ring daarna in de juiste richting in het boorgat monteert!

Omdat deze goed zou aansluiten op het toestel, moet de uitstekende kant in de muur zitten.
Dan kun je overgaan naar het buitengedeelte van de installatie.

Doordat je de centerpunten van je openingen al doorboorde in de buitengevel, weet je waar je de gaten moet maken.
Controleer eerst met je waterpas of beide middelpunten op dezelfde hoogte zitten.

Is dit niet het geval dat regel je dit eventueel bij door het centerpunt op de juiste hoogte opnieuw in te boren.

Neem het laagste punt als referentie, want je leidingen moeten wat naar beneden aflopen.
Aan de hand van deze middelpunten kun je de cirkels aftekenen op de muur.

Ofwel gebruik je hiervoor een passer of touwtje dat je volgens de juiste straal instelt, of je kan opnieuw je mal gebruiken.
Zet hiervoor de cirkel over op een stuk karton en snij die uit.

Zo kan je de contouren makkelijk aftekenen op je gevel.
Daarna kun je het gat in je buitengevel maken.

Boor met een dunne boordiameter van 6 of 8, gaatjes op de lijn om de cirkel uit te zetten.

Doe de aanzet voorzichtig, zodat je boorkop niet uitschiet.
Heb je de contour uitgezet, dan kun je met een beitel het binnengedeelte van de opening weghalen.
Pas het buitenrooster daarna in het gat en werk bij tot het er goed in past.
Doe daarna hetzelfde voor de tweede muurdoorvoer.
Maak het gat eerst nog proper met een stofzuiger, voor je er de plooibare wandleiding in steekt.
Die vouw je op tot een koker en steek je in de opening van buiten naar binnen toe. Zorg ervoor dat het overlappende gedeelte aan de bovenzijde zit voor een goeie doorstroming.
Rol de wanddoorvoer eerst wat smaller op en laat dan los in de opening, tot hij goed in het gat spant en mooi aansluit op de eerder geplaatste binnenring.
Is dit het geval, dan kun je de wandleiding gaan afkorten volgens de dikte van de muur.

Dit lukt prima met een scherp mes.
Probeer zo dicht mogelijk tegen de muur af te korten voor een goeie aansluiting van je roosters.
Je zal zien dat de twee buitenroosters verschillend zijn, want het ene is voorzien van een gaas en het andere niet.
De versie met gaas moet geplaatst worden aan de opening waar de buitenlucht in het toestel geblazen wordt, zodat er geen vuil in het toestel kan terechtkomen.
Check dus goed de handleiding om te weten wat de inblaas en uitblaas is, zodat je weet waar je het rooster met het gaas moet positioneren!
Eens je dit weet kan je de roosters gaan installeren.

Let er op dat de lamellen richting buiten aflopen, zodat er geen slagregen naar binnen kan komen.
Het kan handig zijn je leiding wat uit het gat te halen om het rooster erin te positioneren en de koker ook te fixeren met tape, zodat de flap niet meer kan verschuiven.

Daarna duw je het geheel in de opening en kleef je het rooster vast met een paar dotten montagelijm.
Eventueel kun je de randen van het rooster nog opkitten met een transparante silicone.
Op die manier is alles in gereedheid gebracht om het toestel ook effectief te kunnen monteren.
Haak de unit over de bevestigingsbeugel en steek de condensafvoer door de voorziene opening in de muur.
Schroef dan nog het bevestigingsplaatje aan de onderzijde van het toestel vast, zodat de aircoheater gefixeerd zit aan de muur.
Voor je nu het toestel onder spanning zet, moet je de moeren onderaan nog verwijderen.

Dit is een veiligheid die op de heater zit voor tijdens het transport, maar kan je toestel beschadigen eens het in het stopcontact zit!
Is dit gebeurd, plaats je eerst nog je plint terug voor je de stekker in het stopcontact steekt.
De aircoheater is onmiddellijk klaar voor gebruik.

De bediening kun je doen op drie manieren.

Je hebt de touchscreen op het toestel zelf…

Daarnaast is er ook een afstandsbediening.
Of je kan de gratis app gebruiken.

Voor meer informatie kun je daarvoor terecht op de website van Easykit.
Zo ben je met een simpel en energiezuinig toestel verzekerd van een binnenklimaat op maat van je ruimte, of je het nu warm of koud wil hebben!

 

Kleurenschema
Aantal tegels per rij
Beeldverhouding
Weergave
Hoeken afronden
0

Welkom bij Professional Media Group 

Professional Media Group maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren en te personaliseren. Door gebruik te maken van deze website gaat u akkoord met Het privacy- en cookiebeleid.