In de vorige aflevering gingen we over tot de inrichting van onze badkamer. We monteerden het wastafelmeubel en de bijhorende spiegelkast. Daarna plaatsen we nog de handdoekradiator en de douchekraan en –wand. Het nodige kitwerk, de plinten en de accessoires maakten het plaatje compleet! In deze aflevering voorzien we een ventilatiesysteem type D in het appartement. Na de installatie van de unit en de ventielen, komt een technieker langs om het systeem af te regelen en op te starten! We kochten het appartement in casco staat. Hierbij waren alle ventilatieleidingen in chape en plafond al geplaatst tijdens de ruwbouwfase. De rest van de installatie besluiten we zelf te doen met behulp van een zelfbouwpakket van Easykit. Het is nuttig hiervoor vooraf even langs te gaan om je te laten adviseren en een systeem op maat van jouw woning te kiezen. Met je grondplannen bij de hand, kan een medewerker zo een voorstel uitwerken afgestemd op jouw woonruimte. Ondertussen krijg je ook wat uitleg over hoe de installatie in elkaar zit en met welke wetgeving je mogelijks rekening moet houden. Eens de bestelling afgerond is, wordt al het nodige materiaal bij je thuis geleverd. Begin dus steeds met dit te controleren… En bestudeer grondig het bijgeleverde instructieboekje. Op die manier weet je hoe je de installatie precies moet aanpakken. De eerste stap hierbij is het ophangen van de unit. Dit moet gebeuren met een beugel die je onderaan in de verpakking kan terugvinden. Waar je de unit – en dus de ophangbeugel – moet plaatsen, kun je terugvinden in de instructies. Zo is het belangrijk dat er zowel boven als onder het toestel minimum 30 centimeter vrije ruimte is om zowel de condensafvoer als de leidingen vlot te kunnen plaatsen. Hou ook rekening met waar de beugel op de achterzijde van het toestel komt. Meet op hoe ver die van de rand zit, dan kun je dit incalculeren bij het uitzetten van de juiste positie op je muur. Hier is de technische berging behoorlijk klein, dus willen we de unit zo hoog mogelijk hangen om zo veel mogelijk plaats te kunnen benutten. We meten de minimumafstand van 30 centimeter af van het plafond, en tellen daar nog de afstand bij die we opmaten tussen de beugel de bovenkant van het toestel. En ook de zijdelingse positie leg je daarna vast. Hou de beugel dan op de afgetekende locatie en markeer de positie van de bevestigingsgaten op de muur. Gebruik hierbij een waterpas zodat je beugel zeker recht hangt. Boor dan de gaten voor en bevestig de beugel met pluggen, schroeven én rondellen op je wand. Zo ben je zeker van een stevige ophanging. Dubbelcheck de rechtheid en haak de unit daarna op de muur. Het spreekt voor zich dat een extra paar helpende handen hierbij wel nodig is. Controleer of het toestel goed over de beugel hangt. Hou er bij het plaatsen van je unit ook rekening mee dat er een stopcontact en afvoer in de buurt van het toestel moeten aanwezig zijn, om de installatie correct te kunnen doen. Tijd nu om de unit aan te sluiten op het ventilatiesysteem. De nodige buizen en collectoren, die lopen naar onze ruimtes en die zorgen voor de toevoer en afvoer van de lucht naar buiten toe, zitten al ter plaatse. Maar het is uiteraard nog nodig om die op een unit aan te sluiten om de ventilatie te kunnen verzekeren. Naast alle nodige instructies krijg je hiervoor een principeschema aangeleverd dat je toont hoe je de installatie moet aanpakken. Want deze unit is volledig omkeerbaar en kan dus op verschillende manieren aangesloten worden. Bestudeer dit schema en de bijgeleverde tips voor je van start gaat. Voorzie de aansluitingen op je toestel van achter naar voor toe. Dit is vooral belangrijk om gemakkelijk te kunnen werken. Je begint dus best met de verste, moeilijkst bereikbare openingen. In dit geval dienen de openingen links voor de aanvoer van verse lucht en de afvoer van vuile lucht richting buiten. Daarom moeten we thermisch geïsoleerde neopreenleidingen gebruiken om deze aansluitingen te maken. Want door temperatuurverschillen tussen binnen en buiten zou er condens, en dus roestvorming, in aluminiumbuizen kunnen optreden. Voorzie de nodige verloopstukken en bochten op het toestel, zodat je met je leiding tot tegen het plafond komt. Daar zal je nu je buis kunnen laten verlopen tot de doorvoer naar buiten toe. Teken het center van je buis af op het plafond, zodat je op die lijn de nodige bevestigingsbeugels kan voorzien. De gaten boor je voor met een diameter 10. Hier gaat het om een betonnen plafond, dus heb je een klopboor nodig. Met pluggen kun je daarna de bijgeleverde draadstangen en ringen op hun plaats schroeven. Bij geïsoleerde buizen gaat dit om flexibele plastic ringen, omdat de buizen zelf vormvast zijn. In het geval van gegalvaniseerde leidingen gebruik je vaste beugels, met rubber. De vaste vorm van de ring zorgt ervoor dat je buizen niet zouden indeuken. Het rubber op zijn beurt voorkomt de overdracht van trillingen. Hou bij het uitzetten van je bevestigingspunten ook rekening met de andere buizen die op je plafond moeten lopen, zodat er voor alles voldoende ruimte is. Het kan dus nuttig zijn eerst de positie voor de buizen te bepalen, voor je de aansluiting op het toestel doet, zo weet je waar je met je bochten moet uitkomen. Meet dan de benodigde afstand tussen de beugels op, zodat je de leidingen al op maat kan voorbereiden. De gegalvaniseerde spiraalkoker gebruik je uitsluitend voor alle ‘zuivere’ binnenaansluitingen. Dit betekent dus dat je daarmee de ventilatieunit met de kanalen ín je woning verbindt, via de pulsie- en extractie-opening. Maak de buis op maat met een slijpschijf. Draag hiervoor de nodige bescherming. En verwijder ook alle bramen van de snijkant met je haakse slijper. De koppeling van deze spiraalkokers op de unit moet je doen met flexibele geïsoleerde leidingen. Deze fungeren als geluidsdempers en zorgen ervoor dat de trillingen van het toestel niet overgedragen worden in je leidingnetwerk. Op het uiteinde van deze flexibele leiding monteer je eerst een koppelstuk. Dit kun je in het uiteinde schuiven en klem je vast met een kabelbinder. Om de connectie volledig luchtdicht te maken plak je de naad nog af met aluminiumtape. Dit dichtingsstuk past nu perfect in de koker. Dicht opnieuw af met tape. Klem deze voorbereide leiding nu op zijn plaats via de gemonteerde bevestigingsringen op het plafond. Ook op het andere uiteinde van de flexibele leiding monteer je dan een koppelstuk, zodat je zo de aansluiting op je unit kan maken. Let wel, deze flexibele leiding moet minstens in een bocht van 90° aangesloten worden. Hou daar dus rekening mee bij het positioneren van je leidingen. Want té scherpe bochten kunnen de luchtstroom en het debiet aantasten… Met de geïsoleerde neopreenleidingen op hun beurt voorzie je alle verbindingen naar buiten toe, dus naar de aanzuig- en uitblaasleiding. Het op maat maken van deze leidingen kun je simpelweg met een breekmes doen. Gebruik wat tape om recht te snijden, zodat je zorgvulding een luchtdichte aansluiting kan maken met de aangeleverde koppelstukken. Het aansluiten van een unit is in principe niet moeilijk, maar het vermijden van luchtlekken is wel essentieel. Gebruik dus steeds de correcte koppelstukken en voorzie waar nodig alutape op de verbindingen. Ook het vermijden van te korte bochten blijft een aandachtspunt. Net als het vermijden van deuken of vuil in je kanalen. Het komt er op neer dat het aansluiten van de leidingen best wel wat concentratie en puzzelwerk vraagt. Maar als je rekening houdt met de opgesomde basisprincipes en het principeschema dat je kreeg, dan komt je zeker tot een geslaagd resultaat. Met de plaatsing van de ventilatie-unit en de leidingen alleen is de installatie natuurlijk nog niet compleet. Want je moet er nog voor zorgen dat de unit ook op de afvoer aangesloten is, zodat het condenswater weg kan. Voor deze aansluiting is een speciale kit voorhanden. Daarin vind je de nodige koppelstukken en instructies om de condensafvoer op je toestel te kunnen monteren. Is er toch iets niet duidelijk? Dan kun je steeds online terecht voor meer informatie en video’s. Puzzel de koppelstukken en platte sifon in elkaar zoals voorgeschreven. Afhankelijk van de opstelling van je leidingen op de unit moet dit nu links vooraan of rechts achteraan op de onderzijde gemonteerd worden. Je afvoer moet in feite zitten aan de kant waar je geïsoleerde buizen zijn aangesloten. De verbinding tussen de sifon en de afvoerleiding moet je zelf nog voorzien. Zorg daarbij voor een waterdichte aansluiting met de juiste koppelstukken en een nette voorbereiding van je leidingen. En fixeer alles aan je wand. Let erop dat je voldoende helling voorziet zodat het water vlot afloopt. En gebruik twee bevestigingsbeugels per leiding, zodat die netjes blijft zitten. De installatie van je unit is zo compleet. Steek hem nog niet in het stopcontact, dat is voor later. In een latere fase van je verbouwingen, wanneer je met de afwerking bezig bent, moet je nog de ventielen plaatsen. Want in elke ruimte komt een ventilatieleiding toe die ofwel vuile lucht afzuigt – bijvoorbeeld in het toilet of de badkamer, ofwel verse lucht in je ruimte blaast – zoals bijvoorbeeld in je slaapkamer of de leefruimte. Met ventielen werk je deze openingen netjes af en kun je ook de luchtstroom gaan reguleren. Bij het ontwerp van je systeem werd aan de hand van de grootte van je woning en ruimtes bepaald welke debieten er per ventilatiepunt moeten gehaald worden. Dit is nu ook hetgeen je op je ventielen moet gaan instellen. Bij vragen of problemen kun je trouwens steeds bij je adviseur terecht. Stel dus ventiel per ventiel in volgens het voorgeschreven debiet… En monteer het daarna ter plaatse. Haal daarvoor de dop – die je systeem in tussentijd beschermde tegen stof en condens – van je leiding en steek het ventiel in de opening in het plafond. Merk je dat de aansluiting niet optimaal is, dan kun je een extra montagering bijbestellen om dit te verhelpen. Eenmaal alle ventielen geplaatst, kun je nog de bedieningsknop voor je unit installeren. In dit geval is die draadloos, omdat er vooraf geen stroom voor voorzien werd. Dit basismodel werkt even goed als een bekabeld model, maar heeft bijvoorbeeld geen vocht- of CO2-sensor. Waar we de knop hangen, kunnen we volledig zelf kiezen. Zo kunnen we het integreren bij een bestaande schakelaar, om een proper resultaat te krijgen. Op dit punt is je installatie volledig afgewerkt en kun je een technieker aanvragen die langskomt om het ventilatiesysteem te controleren, in te regelen en op te starten. Die zal beginnen met je installatie te controleren. Zitten je ventielen ter plaatse? Zijn de unit en de leidingen goed geplaatst? Is je afvoer correct aangesloten? Daarna gaat hij de unit opstarten. Hij zorgt voor de correcte instellingen… En koppelt de bedieningsknop aan de unit. Om het ventilatiesysteem correct te kunnen afregelen controleert hij nog of de ventielen juist ingesteld zijn. Om daarna de nodige debietmetingen te kunnen doen. Dit moet ventiel per ventiel gebeuren zodat hij waar nodig kan bijregelen en het systeem in balans is. De technieker eindigt zijn bezoek met nog wat extra uitleg. Zo toont hij hoe je de filters kan onderhouden en vervangen… Dit moet je doen als de unit aangeeft dat die slechts een beperkt percentage meer filteren. De mogelijkheid bestaat ook je unit met wifi bedienbaar te maken door een extra print te laten installeren. Op die manier zou je je ventilatiesysteem kunnen bedienen via een app of aansluiten op je domotica. En met ten slotte nog wat uitleg over de bediening, ben je voorzien van een goed werkend energiezuinig systeem dat zorgt voor een gezond binnenklimaat in je woning! In de volgende aflevering pakken we een ander onderdeel van onze nutsvoorzieningen aan: de verwarming. Om ons appartement optimaal te kunnen verwarmen moeten we eerst de geschikte radiatoren kiezen. Voor deze keuze laten we ons bijstaan door een expert ter zake!