De inbouwkast in de toiletruimte (deel 1)

Het Appartement - aflevering 32.1

We willen een functionaliteit aan onze toiletruimte toevoegen door een op maat gemaakte inbouwkast te bouwen. Op die manier zit het inbouwsas strak en subtiel weggewerkt in een valse wand met extra opbergruimte. Zo kunnen we de beperkte oppervlakte zo optimaal mogelijk benutten! We starten in het atelier waar we de basis van de kast vorm geven.

Deel 1 | Deel 2

Transciptie 

In de vorige aflevering gingen we van start met het kleinste kamertje in het appartement. We begonnen met de installatie van het hangend toilet zelf, met behulp van een toiletpakket. Het inbouwsas bekleedden we met een groene MDF, zodat dit netjes in de ruimte geïntegreerd zit. In deze aflevering willen we een functionaliteit aan onze toiletruimte toevoegen door een op maat gemaakte inbouwkast te bouwen. Zo kunnen we de beperkte oppervlakte zo optimaal mogelijk benutten! We starten in het atelier waar we de basis van de kast vorm geven. Om de ruimte boven het hangtoilet optimaal te benutten, kun je ervoor opteren om daar een op maat gemaakte inbouwkast te maken. Zo creëer je een proper afgesloten opbergplaats, voor bijvoorbeeld toiletpapier, handdoekjes of andere zaken, zonder te moeten inboeten op ruimte in je toilet. Alles start met een goeie opmeting. Meet daarom de vrije ruimte boven je toiletomkasting grondig op. Het is daarbij belangrijk om altijd op 3 punten de maten te nemen, dit zowel voor de hoogte als de breedte. Want het is mogelijk dat de muren of het plafond niet volledig recht zijn. Gebruik dan steeds de kleinste van de 3 maten, zo ben je zeker dat de kast er tussen zal passen. In dit geval nemen we nog een 2-tal centimeter extra marge, om de kast later makkelijk op zijn plaats te krijgen. Het ontwerp van je kast kun je dan op deze ruimte gaan afstemmen. Maak een gedetailleerde tekening, die je ook als basis gebruikt om je houtlijst en zaagplan samen te stellen. Voor de binnenkant kiezen we hier voor zwart melamine, omdat er in het appartement veel zwarte accenten gebruikt worden. Je kan de stukken al in de breedte op maat laten zagen in de doe-het-zelfzaak. Melamine is wel behoorlijk delicaat, er ontstaan snel kleine brokjes, vraag daarom om alle planken aan dezelfde kant te verzagen, zodat ze allemaal eenzelfde nette zichtbare kant hebben. Controleer je planken dus grondig en stal ze zo uit, dat de nette zaagsnedes aan de zichtbare zijde – in dit geval de binnenkant – zitten. Om deze goeie positie nu makkelijk te kunnen terugvinden, breng je de nodige paringstekens aan. Markeer dit op schilderstape, zodat je de tekens goed kan zien op de zwarte ondergrond. Zo liggen de verticale stukken – de stijlen – al vast. De horizontale delen van het kader – de regels – moeten eerst nog in de lengte op maat gemaakt worden. Baseer je hiervoor op de maten van je plan, waarbij de nodige marge in rekening genomen wordt. Meet en teken af, en zet dit nu haaks uit op de volledige breedte van de plank met een winkelhaak. Dubbelcheck nog even, dit kan nooit kwaad! Een invalzaag met geleider is in dit geval een goeie keuze voor het zaagwerk. Klem de geleider vast volgens je uitgetekende lijn. Zorg hierbij dat hij voldoende ondersteund is. Leg ook een plank onder je werkstuk, dit zal de versplintering beperken en dus de zaagsnede optimaliseren. Een reststuk MDF is bijvoorbeeld ideaal als stevige en strakke ondergrond. Een goed en aangepast zaagblad is eveneens een must. Net als het instellen van de correcte zaagdiepte. Zorg dat je zaagblad ongeveer een 5-tal millimeter verder, in de onderliggende plank, uitkomt. De combinatie van deze aandachtspunten zal ervoor zorgen dat je een nette zaagsnede bekomt. Let er natuurlijk wel op dat je gezaagde stuk niet valt, want dit zou ook schade kunnen veroorzaken. Van deze op maat gemaakte regels bepaal je nu ook hun positie in de kast in functie van mooie zichtbare zaagsnedes… En noteer je daarna hun specifieke paringsteken. Het kader stel je dan samen door de regels tussen de stijlen te gaan monteren. Om de hoekverbinding tussen deze delen te maken zijn er verschillende mogelijkheden. Bij de eerste optie maak je gebruik van deuvels. De dikte van die deuvels bepaal je in functie van je plankdikte, want je hebt 5 millimeter marge nodig aan de randen, zodat die ongeschonden blijven. Maar… je deuvel mag ook niet te dun zijn, om een stevig resultaat te hebben. Voor een plank van 18 millimeter dik gebruik je dus deuveldikte 8. Om makkelijk in het midden van je plank te boren, zonder te moeten afmeten, zijn er deuvelsets voorhanden met een hulpstuk dat je hierbij helpt. Je hoeft enkel het gat te kiezen met de juiste diameter, zodat je dit dan tegen je plank kan houden, met de pinnen ter ondersteuning. Voor je boort, moet je uiteraard ook nog de diepte gaan bepalen. Het eerste plankdeel is 18 millimeter dik, want betekent dat je daarin maximum 15 millimeter diep mag gaan. In dit geval nemen we 13, zodat het boorpunt zeker niet uit de plank komt… De rest van de deuvel komt dan in het tweede deel, in de kopse kant van de plank. Hou de deuvel ter plaatse en pas de maten af. Om de boordiepte correct in te stellen, moet je wel nog rekening houden met de dikte van je hulpstuk. Door dit ernaast te houden kun je de begrenzingsring – ook wel dieptestop of diepteaanslag genoemd – gemakkelijk correct op je boor instellen. Het boren zelf is dan uiteindelijk een fluitje van een cent. De planken van het kader zijn niet erg breed, dus twee deuvelgaten zijn hier voldoende. Om het tweede deel van de deuvelverbinding in te boren, moet je nu even heel aandachtig te werk gaan, zodat je geen fouten maakt en de gaten precies zullen overeenkomen. Met een extra steun op het hulpstuk, kun je de juiste afstand ten opzichte van de rand vastleggen. Steek het stuk aan de buitenzijde van je plank via de juiste opening over de deuvel… En schroef de steun op deze positie vast. Op die manier weet je al hoe ver het deuvelgat van de rand moet komen. Om nu nog de juiste breedtepositie van de deuvelgaten te kennen, lijn je de twee planken van de verbinding met elkaar uit. Gebruik het hulpstuk om de correcte afstand te bepalen, en klem vast. De diepte van je boor moet je ten slotte opnieuw instellen, zodat je niet te ver zou boren. Steek de boor in het hulpstuk en tel er 13 millimeter bij, dit is de afstand die de deuvel in de plank mag zitten… zodat je de dieptestop juist kan fixeren. En controleer. Daarna hoef je enkel nog te boren. En dan, le moment suprême, testen of het past… Steek de deuvels altijd eerst in de korte kant, zo ben je zeker dat de deuvel voldoende diep in het minst diepe gat zit. En zet dan het lange stuk erop. Als alles goed ging, dan zouden de twee stukken perfect met elkaar uitgelijnd moeten zitten en heb je een rechte verbinding! Je kan ook lamellen gebruiken om de hoek te bevestigen. Die zijn vergelijkbaar met deuvels, maar hebben een andere vorm en geven je meer speling. In dit geval zijn standaard lamellen van 20 lang en 3,5 mm dik prima geschikt. De gaten hiervoor maak je met de lamellenfrees. Het zaagblad daarvan is iets dikker dan de lamel, waardoor die dan perfect in de gemaakte groef past. Teken het middelpunt van de plank af op de bovenzijde om mooi in het midden te frezen. Ook op de machine staat een maatstreepje, dat je nu kan laten overeenkomen met je markering. Sluit indien mogelijk een stofzuiger aan, om stofvrijer te werken. Je freest iets dieper dan de helft van de lamel, zodat die er vlot in gaat. Maak het gat altijd iets breder, met een heen- en weergaande beweging, zo heb je wat speling voor de montage! Bij deze smalle planken is één lamel genoeg. Voor het infrezen van het tweede deel gebruik je best een steun, zodat je de plank mooi loodrecht houdt. Het gebruik van lamellen gaat vlot en heeft als voordeel dat je de positie nog wat kan bijregelen door de marge die je voorzag. Onder invloed van houtlijm zal de lamel dan opzwellen zodat die mooi in het gat klemt. Een derde optie om de planken van de hoekverbinding te monteren is met schroeven. Dit werkt uiteraard het snelst, maar is in tegenstelling tot de vorige opties een zichtbare verbinding, en is dus niet altijd mogelijk. Het is belangrijk om geen te dikke schroeven te gebruiken, anders zou je hout splijten. Voor een plank van 18 millimeter dik nemen we hier een schroefdikte van 3,5 à 4. Ook de lengte van de schroeven is natuurlijk van belang. Zorg dat die minstens even diep in het tweede deel zit als in het eerste. Deel één van de verbinding is hier 18 dik, dus schroeven van 40 lijken hier ideaal. Neem je ze té lang, dan riskeer je aan de zijkanten uit te komen, mocht je wat schuin gaan… Je schroeft idealiter in de helft van de plank, op 9 millimeter van het uiteinde dus. In de breedte blijf je minimum een 3-tal centimeter van de rand weg. Het eerste deel moet je nog gaan voorboren, zodat de eerste plaat goed tegen de tweede aan zal trekken. Gebruik een iets grotere diameter. Voor schroeven van 4, neem je dus boordiameter 4,5. Leg hierbij een plankje onder je werkstuk, tegen splinters. Daarna kun je gaan vastschroeven. Wat extra houtlijm aan de verbinding kan nooit kwaad, voor de stevigheid. Hou de planken dan in een rechte hoek tegen elkaar en schroef vast. Je zal zien dat de platen mooi tegen elkaar aan trekken. Ook een deuvel- of lamelverbinding moet je wel nog definitief fixeren nadat die voorbereid is. Dit betekent dat je houtlijm op beide zijden en in de gleuven of gaten aanbrengt… Voor je de lamellen of deuvels ter plaatse steekt en de verbinding maakt. Uitpuilende lijm veeg je meteen af. Bij deze onzichtbare houtverbindingen is het nodig die nog te klemmen, tot de lijm droog is en de verbinding zijn nodige stevigheid bereikt heeft. In dit geval kun je het geheel perfect onder spanning zetten met een spanriem. Doordat de buitenkant van het kader niet zichtbaar is, is er hierbij geen bescherming aan de hoeken nodig. De opspantijd vind je terug op de verpakking van de lijm. In tussentijd kun je wel al de middelste staander – of ‘post’ – gaan voorbereiden, want de kast zal bestaan uit twee compartimenten die elk via een aparte kastdeur toegankelijk zullen zijn. Begin met de lat op maat te zagen. Je hoeft hiervoor niet te meten, want je kan het stuk gewoon afpassen en markeren aan de hand van je al gemaakte kader. De winkelhaak en invalzaag met geleider helpen je weer een strak resultaat te bekomen. Wat wel nog moet gebeuren, is het netjes afwerken van de zichtbare kopse kant van de staander. Je kan hiervoor voorgelijmde kantenband gebruiken, in dezelfde kleur als de melamine. Onder invloed van warmte – die je aanbrengt met een strijkijzer – zal de lijmlaag smelten. Zo hecht de kantenband zich op het kopse hout. Eenmaal de lijm terug koud is, zit hij vast. Aan de randjes kun je voelen of de band goed vasthangt… Om die daarna nog te gaan bijwerken. Uitstekende delen kun je afsnijden met een scherp mes… Of je kan het overschot ook wegwerken met een fijne vijl. Hou de vijl lichtjes schuin en beweeg volgens een duwende beweging langs de rand van je werkstuk. Je beweegt dus naar je plank toe, want anders zou je de kantenband weer lostrekken. Eindig door de randen nog lichtjes op te schuren met een fijne korrel. Deze post moet nu in het midden van het kastframe bevestigd worden. Meet dit na en zet het midden uit op een stukje tape, zodat je de markering duidelijk kan zien. Doe dit zowel op de bovenste als onderste regel. Ondertussen is de houtlijm voldoende gedroogd en kun je de spanriem weghalen. Zet dit midden dan over op de buitenzijde van het kader met behulp van een winkelhaak. Zodat je daar de bevestigingspunten kan voorboren. De bevestiging kun je opnieuw met schroeven doen, omdat die niet zichtbaar zullen zijn. De volgende stap is de kastrug. Die voorzie je best in dezelfde zwarte melamineafwerking als de rest van de kast, zodat dit een mooi geheel vormt. In ons geval waren deze meubelpanelen enkel beschikbaar in dikte 18, dus zal dit zeker voldoende stevigheid geven aan de kast. Laat ze vooraf al op maat zagen, zo hoef je ze enkel nog op de achterzijde van je kader te positioneren. Teken langs het contour van het kader een lijn af op 9 millimeter om het midden van de onderliggende plaat aan te duiden. En boor de kastrug voor, zodat die bij het schroeven mooi tegen de kast zal aantrekken. Blijf hierbij minimum 5 centimeter uit de hoeken weg, zo vermijd je dat die zouden afbreken. Eenmaal alle gaten voorgeboord zijn, is de rest van de bevestiging met schroeven bandwerk. De zwarte kastrug zorgt niet enkel voor een strakke binnenafwerking van de kast, maar maakt hem ook haaks én stevig. Het corpus van je toiletkast is zo klaar. In deel twee van deze aflevering monteren we nog kastdeuren op het corpus. Daarna kunnen we de kast in de toiletruimte installeren. We plaatsen hem in hetzelfde vlak als het inbouwsas, dat op die manier strak en subtiel weggewerkt zit in een soort valse wand met extra opbergruimte!

 

Kleurenschema
Aantal tegels per rij
Beeldverhouding
Weergave
Hoeken afronden
0

Welkom bij Professional Media Group 

Professional Media Group maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren en te personaliseren. Door gebruik te maken van deze website gaat u akkoord met Het privacy- en cookiebeleid.