- 30 april 2020
- | Bron: Dobbit
LEIDINGWATER ZONDER KALK
Ook last van leidingwater met veel kalk dat je toestellen en zelfs je huid aantast? Kies er dan voor om zelf een waterverzachter te plaatsen. Door je water te ontharden of ontkalken bekom je zachter water dat je extra comfort geeft en dat voorkomt dat je installatie verkalkt, wat de duurzaamheid van bijvoorbeeld je wasmachine of vaatwasser enkel ten goed komt.
Transciptie
Kalk in je leidingwater kan een gevaar vormen voor je toestellen en zelfs je eigen huid.
Gelukkig kan je met behulp van een waterverzachter je water ontharden en bekom je dus zachter water.
Dit voorkomt dat je installatie verkalkt, wat de duurzaamheid van bijvoorbeeld je verwarmingsinstallatie of wasmachine enkel ten goede komt.
Door middel van een ionenuitwisseling, houden harsen de kalk uit het harde water vast.
Eenmaal de harsen verzadigd zijn, worden ze met een zoutspoeling gereinigd en kunnen ze weer optimaal hun werk doen.
Dit hele proces gebeurt in de waterverzachter, die je op je bestaande waterleiding kan aankoppelen.
Bij Easykit kun je dit toestel in een zelfbouwpakket verkrijgen, zodat je meteen ook de kosten van de installatie uitspaart!
Herken je het fenomeen en wil je investeren in een duurzame installatie? Neem dan contact op met het filiaal in je buurt en ga eens langs om informatie in te winnen.
Op die manier kun je je situatie voorleggen aan een medewerker en zie je wat de installatie inhoudt.
Je wordt meteen ook gewezen op de elementen die voorhanden moeten zijn om het toestel te kúnnen installeren.
Eerst en vooral moet je ruimte hebben in de buurt van je waterteller om de waterverzachter te plaatsen.
En je hebt ook een stopcontact en afvoer nodig.
Eenmaal je de producten ter beschikking hebt, kun je overgaan tot de montage.
Naast een aansluitkit, de afvoer en een zak zout, krijg je natuurlijk ook het toestel zelf en zijn toebehoren geleverd.
Best is om voor je begint alles uit te stallen, zo weet je welk materiaal je voorhanden hebt en kun je controleren of er niets ontbreekt.
De ontharder moet op de watertoevoerleiding aangesloten worden, zo dicht mogelijk na de waterteller, nog voor je eerste collector.
Je moet de watertoevoerleiding nu onderbreken om er de waterverzachter op aan te kunnen sluiten.
Vergeet dus niet, voor je van start gaat, om de watertoevoer dicht te draaien!
Voor de bescherming van het toestel is een drukregelaar wel essentieel, zodat het water niet onder een te hoge druk je installatie binnenkomt.
Zit die er nog niet, dan kun je die gemakkelijk bijbestellen.
Deze regelaar monteer je na de waterteller én voor de waterverzachter.
Op de drukverminderaar staat een pijl aangegeven, die de richting van het binnenkomende water moet volgen. Zo ken je meteen zijn correcte positie.
Met de gepaste koppelstukken sluit je het ventiel vervolgens op je waterleiding aan.
Het water zal zo op een druk van maximum 4,5 bar je ontharder binnenkomen, want die is heel gevoelig aan een te hoge waterdruk en zou anders sneller kapot gaan.
Deze limiet hoef je niet zelf in te stellen, dit wordt gedaan door de technieker van Easykit die het systeem komt opstarten.
Nu moet je een bypass op je watertoevoerleiding creëren via de waterverzachter.
In de set zitten de benodigde stukken die je met behulp van de montagehandleiding in elkaar kan puzzelen.
Het is uiteraard belangrijk dat alle aansluitingen perfect waterdicht zijn. Daarom moet je voldoende aandacht besteden aan het voorbereiden van de koppelingen.
Als je goed kijkt, zul je zien dat er in de schroefdraad van sommige stukken een karteling zit, terwijl andere een mooi gladde draad hebben…
Controleer daarom steeds of de schroefdraad ruw is of niet.
Is dit niet het geval en zijn er dus geen kartelingen aanwezig, dan moet je die nog gaan opruwen met een vijl.
Beweeg hiermee dwars over de schroefdraad zodat je zelf een ruw oppervlak creëert.
Dit is nodig opdat de afdichtingsdraad die je moet aanbrengen op je schroefdraad, voldoende grip zou hebben.
Op de verpakking van het dichtingskoord – dat je zelf moet voorzien – kun je terugvinden hoeveel wikkelingen je moet aanbrengen voor een goeie dichting.
Breng de nylondraad aan volgens de richting van de schroefdraad.
Vervolgens moet je een aantal keer kriskras over de draadgangen gaan, voor een optimale afdichting.
Op die manier steek je het volledige opzetstuk in elkaar.
Volg daarvoor gewoon het instructieblad voor de correcte volgorde.
Heb je een koppelstuk waarin een rubber aanwezig is, dan is de extra afdichtingsdraad niet nodig.
En mocht je een extra koppelstuk nodig hebben, dan kun je hiervoor steeds terecht bij je Easykitfiliaal.
Initieel zet je alles handvast, maar eens de koppeling compleet is, span dan nog extra aan met een tang.
Let wel op dat je niet té ver aandraait zodat je het koord niet beschadigt.
Presenteer het afgewerkt stuk dan ter plaatse en teken af waar je de bevestigingsbeugels zal monteren.
Die schroef je vervolgens vast met de bijgeleverde montagebouten, zodat je de koppeling uiteindelijk definitief kan bevestigen.
Om het circuit nu opnieuw te sluiten, moet je nog de alupexleiding op het koppelstuk aansluiten.
Uiteraard zal die wat ingekort moeten worden om er weer tussen te kunnen passen.
Teken de maat af op de leiding en kort ze af met een aangepaste kniptang.
Maak het uiteinde daarna mooi rond met een kalibreerhulpstuk, zodat je met behulp van een klemkoppeling een goeie waterdichte aansluiting kan maken.
Op die manier is je aanvoerleiding klaar om de waterverzachter op te kunnen aansluiten, maar ook die moet je nog voorbereiden.
Eerst installeer je de aansluitset op het toestel.
Hiermee kun je de toevoer of afvoer van water van en naar het toestel afsluiten, zodat je – indien nodig – nog steeds water kan blijven gebruiken zonder dat het door de ontharder moet passeren.
Op deze aansluitset monteer je de flexibele buizen, die de aansluiting tussen je ontharder en de waterleiding maken.
Vergeet de rubberen ringen niet in de koppeling te steken voor je die vastdraait, zodat je een waterdichte verbinding hebt.
Is alles goed aangespannen, dan moet je nog de afvoerleiding op het toestel installeren.
Met een klemstuk op het uiteinde steek je de buis in de voorziene opening. Eens je hem diep genoeg gestoken hebt, kun je de spanring aandraaien.
Deze darm zal het spoelwater uit het toestel afvoeren en moet tot bij onze voorziene afvoer gebracht worden, zodat het water kan wegvloeien richting de riolering.
Monteer daarvoor de opvangtrechter met sifon – tegen geurhinder – op je afvoerleiding.
Bevestig die daarna met de beugel aan de muur, zodat hij stevig vast hangt.
Dan kun je de waterverzachter op zijn plaats zetten en de flexibele leidingen op de koppeling aansluiten.
Om te weten welke flexibel je waar moet aansluiten, kun je kijken naar de rode hendels op de bypasskraan van het toestel.
Die vormen een pijl en tonen hoe het water zou moeten stromen.
Een tip om te weten of een bypasskraan open of dicht staat, is de volgende: staat de hendel dwars op je leiding is hij gesloten, volgt hij de richting van je leiding, staat hij open.
Is de aansluiting gedaan, dan draai je de kranen op je waterverzachter dicht en zet je alle bypasskranen op je koppeling open.
Op die manier zet je druk op je leiding en kun je testen of al je monteerde verbindingen waterdicht zijn. Maar vergeet daarvoor natuurlijk niet je hoofdtoevoerkraan terug open te draaien.
Het enige wat nog rest is het monteren van de afvoerslang.
Want het uiteinde daarvan moet 2 cm boven de opvangtrechter uitkomen.
Het is wel heel belangrijk dit goed vast te maken, omdat er redelijk wat druk op de leiding zal zitten bij het spoelen.
Zorg er ten slotte voor dat zowel het zout als de hardheidstester, die beiden bijgeleverd werden, bij het toestel aanwezig zijn, voor je de technieker laat langskomen om het systeem op te starten.
Heel belangrijk! Steek het toestel nog niet in het stopcontact, want anders zou dit ontregeld worden.
Hij begint met de hardheid van het aangevoerde leidingwater te testen.
Met behulp van de hardheidstester komt hij zo te weten hoe hard het water en is hoe het toestel dus moet ingesteld worden.
Hij geeft hiervoor de testwaarden in in een rekenprogramma dat dan aangeeft welke instelling hij moet hanteren.
Daarna vult hij het reservoir met het zout.
Is dit in orde, dan kan hij het toestel van water en stroom voorzien en juist gaan instellen.
Om nu te controleren of de instellingen correct zijn, test hij opnieuw de hardheid van het water. Dit keer aan een aftapkraan die achter de waterverzachter op het circuit zit, zoals bijvoorbeeld de keukenkraan.
Is het nodig, dan kan hij het toestel nog bijregelen en opnieuw testen tot het resultaat oké is.
Op die manier wordt de opstart afgerond en is je waterverzachter volledig operationeel om je van aangenaam zacht en ontkalkt water te voorzien!