Transciptie
In de vorige aflevering gingen we van start met de badkamer.
Om de douchewand waterdicht af te werken, voorzagen we de ondergrond van een waterdichte emulsie.
Daarna plaatsten we de douchebak.
In deze aflevering kunnen we overgaan tot de afwerking van onze badkamer.
We beginnen met de vloer.
Die bekleden we met een waterbestendig laminaat.
Qua kleur kiezen we voor een grijze steenimitatie, die goed bij het raam en de badkamermeubels zal passen.
Qua materiaal gaan we voor laminaat.
Dit voelt warmer aan dan tegels en is ook makkelijk zelf te plaatsen.
Bovendien is het onderhoudsvriendelijk én duurzaam.
Een gewone laminaatvloer is spatwaterbestendig, maar in een badkamer mag het wel wat meer zijn, want daar is de kans om regelmatig water op de vloer te hebben groter.
Daarom kiezen we hier voor een waterbestendige laminaatvloer, waarbij ook de zijkanten van de planken behandeld zijn met een hydrofobe coating.
Op die manier kan er geen water in de voegen dringen en is de vloer dus 100 % waterbestendig, ideaal voor vochtige ruimtes!
Het leggen van zo’n vloer is bovendien simpel en makkelijk zelf te doen!
Een stap die nooit mag ontbreken bij het plaatsen van een laminaatvloer is het proper maken van de ondergrond.
Steek oneffenheden af, veeg het grof vuil alvast weg met een borstel…
En zorg voor een laatste grondige schoonmaakbeurt met de stofzuiger.
Vuil of stof onder je vloer zou ervoor kunnen zorgen dat die kraakt, dus dit is heel belangrijk!
Wat je ook niet mag overslaan, is het controleren van de vlakheid van je ondergrond.
Dit betekent: zijn er geen al te grote oneffenheden in de dekvloer?
Een lange regel of waterpas zijn hiervoor een handig hulpmiddel.
Hou die op verschillende plaatsen op de grond en check of die niet te veel wiebelt.
Zitten er te grote openingen onder je regel, dan zal je eerst moeten egaliseren.
Hoe je dit doet, kun je terugvinden op onze website!
Plaats je de laminaatvloer op een chape, zoals hier het geval is, ga dan nog even na of die voldoende uitgedroogd is.
Met een vochtmeter en de bijhorende tabel kun je dit nagaan.
Naast het voorbereiden en controleren van je ondergrond, moet je er ook voor zorgen dat je laminaatplanken voldoende hebben kunnen acclimatiseren.
Leg ze dus minstens 48 uur op voorhand geschrankt in de ruimte, in gesloten verpakking, zodat ze zich kunnen aanpassen aan de kamertemperatuur.
De temperatuur moet hierbij constant blijven, tussen de 18 en 25 graden.
En er moet een normale luchtvochtigheid zijn, zowel voor als tijdens de installatie.
Op die manier zal de vloer na plaatsing minder ‘leven’.
Je moet eerst je volledige ondergrond met ondervloer bedekken, voor je het laminaat kan plaatsen.
Deze ondervloer fungeert voornamelijk als schokdemper en vormt op akoestisch vlak een grote meerwaarde.
Dit beperkt zowel impact- als contactgeluiden, wat de beloopbaarheid van je vloer heel zacht en stil maakt. Perfect dus voor in een appartementsgebouw.
Leg de stroken ondervloer dwars op de legrichting van je latere vloer.
Zorg dus dat de naden elkaar kruisen, en niet parallel lopen.
Snijd de stroken netjes op maat van je ruimte…
En werk alle uitsparingen en hoeken uit, zodat er geen onderliggende chape meer zichtbaar is.
De makkelijkste manier om te werken, is om eerst je strook op de juiste lengte te snijden…
Zodat je die dan ter plaatse kan houden om verder bij te werken.
Dit is een ondervloer met geïntegreerd dampscherm, wat dus opstijgend vocht onder je vloer zal tegengaan.
Wat hiervoor wel belangrijk is, is dat de laag ononderbroken geplaatst is.
Dit betekent dus dat je de naden tussen de verschillende stukken moet gaan dichtmaken.
Zorg dat de stroken ondervloer netjes tegen elkaar aansluiten…
En plak de naden af.
Dit kan met tape, of zoals in dit geval met de geïntegreerde kleefstrip.
Op die manier creëer je een dampdichte onderlaag.
Tijd nu om aan de vloerafwerking zelf te beginnen.
Raadpleeg steeds de installatieinstructies om te weten hoe je best te werk gaat.
Om te kunnen starten moet je eerst je startpositie vastleggen.
Bepaal hiervoor eerst je legrichting.
In principe is het gebruikelijk de planken evenwijdig aan het invallende licht te plaatsen. Dus met de korte zijde naar het raam gericht.
Meet dan je ruimte op volgens de breedterichting van je planken.
Deel deze afstand door de zichtbare breedte van een plank.
De bedoeling is om nooit te eindigen met een plank die minder dan 5 centimeter breed is.
Is dit wel het geval, dan zal je de breedte van de eerste rij moeten aanpassen.
Om de breedte van je laatste rij te kennen, vermenigvuldig je de restwaarde – dit is het getal na de komma – van je berekening met de breedte van een plank.
In dit geval is die restwaarde 0,63.
Dit vermenigvuldigen we met 19, want de planken zijn 19 centimeter breed.
Het resultaat is 11,97, wat ruim boven 5 centimeter ligt.
Aan de deuropening moeten we nog aftekenen waar onze uitzetvoeg zal komen, die we dan zullen wegwerken met een profiel.
Net als bij de dressing, meten we hiervoor vanaf het muurniveau aan de gangzijde.
We willen dat het profiel onder de deur zal zitten, dus meten we aan het T-stuk op hoe ver de verste zijde van de bevestigingslip komt.
Bij deze maat tellen we 4 mm bij, dit is de uitzetmarge die we ook hier moeten voorzien.
In dit geval komen we tot 3 centimeter, dus tekenen we een lijn op 3 centimeter van het gangniveau.
Dit is de grens tot waar onze vloerplanken mogen gelegd worden.
We korten de ondervloer meteen ook op die afstand af.
In onze badkamer starten we aan de douchebak.
Om voldoende uitzetting aan de naad te kunnen verzekeren, gaan we eerst de lip van de plank weghalen.
Is de lip groot genoeg, dan kun je dit met de zaag doen.
Indien niet, dan kun je dit gerust ook met een breekmes of vijl doen.
Aan het uiteinde van de plank, moeten we nog de hoek aan de deuropening uitwerken.
Bij het aftekenen houden we rekening met een uitzetvoeg van 8 milimeter aan alle zijden, wat voorgeschreven wordt bij een laminaatvloer.
Je kan afstandsblokjes gebruiken om dit te simuleren.
Om de rij te vervolledigen zal je nog een plank op maat moeten maken.
Meet op hoe groot je stuk moet zijn.
En vergeet hierbij niet je 8 mm uitzetmarge in te calculeren.
Zet dit over op je plank en trek de lijn door met een winkelhaak, zo werk je zeker recht.
In plaats van af te meten, kun je ook een stuk plank ter plaatse houden en zo de juiste afstand aftekenen.
Let sowieso in beide gevallen op dat je de plank aan de correcte zijde afkort, zodat je tand- en groefaansluiting juist zit.
Pas als je rij in de lengte op maat is, kun je indien nodig ook de nodige uitsparingen gaan maken.
Het voordeel aan deze laminaatvloer is dat je die aan weerszijden kan gaan aanleggen.
We werken hier eerst het stukje bovenaan, naast de douchebak, af.
Maak dus je volgende rij op maat en hou aan beide uiteindes een uitzetvoeg van 8 mm aan.
De uitzetvoegen zijn nodig omdat deze laminaatvloer zwevend geplaatst wordt en dus nog voldoende vrij moet kunnen bewegen.
Is de maat goed, dan kun je de plank netjes aanleggen tegen de voorgaande rij.
De ruimte naast de douche is hier behoorlijk smal.
Toch gaan we af en toe een kopse naad in deze korte stukken steken, voor een mooi uitzicht.
We wisselen deze rijen steeds af met een volle plank, voor een stevig resultaat.
En zorgen ervoor dat de kopse naad ook wat verspringt.
Om de planken netjes op hun plaats te krijgen kun je steeds een trekijzer of slagblokje gebruiken.
Dit laatste kun je maken met een reststukje vloer, om het kliksysteem niet te beschadigen.
Is de vloer aan de ene zijde van de ruimte geplaatst, dan kun je aan de andere kant gaan verderwerken.
Bij deze waterbestendige laminaatvloer is het uiterst belangrijk dat de planken goed in elkaar geklikt zijn, want dit zal immers zorgen voor een waterdicht geheel.
Zorg dus dat de naden steeds goed gesloten zijn en gebruik eventueel de nodige hulpmiddelen.
Doe dit geduldig, zodat je het locksysteem niet gaat beschadigen.
Zie je geen naad meer tussen de planken en voelt de overgang vlak aan, dan zit je aansluiting goed!
Om de plaatsing van de vloer te vergemakkelijken is het aangewezen om op het al geplaatste deel te zitten terwijl je verder legt.
Op die manier kun je de plank goed in de voorgaande rij klikken én verschuift de vloer niet.
Aan de deuropening stop je de vloerbekleding aan je afgetekende lijn, zodat er nog voldoende ruimte is om later het uitzetprofiel te plaatsen.
Naast een goeie aansluiting van het locksysteem, is er nog een aandachtspunt om een stevig geheel te bekomen.
Want je moet ervoor zorgen dat de kopse naden in je vloer met telkens minstens 1/3e planklengte verspringen…
Zo vermijd je een trapvorm in je vloer want dit zou een zwak punt kunnen vormen.
Ook het eerste en laatste stuk van elke rij moet voldoende groot zijn.
Met deze principes in het achterhoofd gaat de plaatsing van deze laminaatvloer vlot.
Je klikt eerst de lange zijde van de planken in elkaar…
En zorgt dan voor een goeie aansluiting tussen de kopse zijdes door een trekijzer te gebruiken.
In de omgekeerde volgorde gaat ook. Dan sluit je eerste de korte zijdes op elkaar aan, en daarna doe je de lange zijde.
Nog een tip.
Wissel planken uit verschillende verpakkingen met elkaar af tijdens het plaatsen, op die manier zal je een natuurlijke schakering in je vloer krijgen.
Om de laatste rij van de vloer in de lengte op maat te maken, gebruik je opnieuw afstandsblokjes van 8 mm om de juiste maat te bepalen.
Meet op verschillende plaatsen op, want het kan gebeuren dat je muur niet helemaal recht loopt.
Teken af op je planken en gebruik een afkort- of decoupeerzaag om te verzagen.
Voor deze laatste rij zal je sowieso een trekijzer nodig hebben om die goed op zijn plaats te krijgen, want de ruimte is beperkt.
Op die manier is het grote oppervlak van je badkamervloer al van een waterbestendige afwerking voorzien.
Maar deze waterdichting is natuurlijk maar zo goed als zijn zwakste punt…
Daarom moet je er ook voor zorgen dat er langs de randen geen water in of onder je vloer kan sijpelen.
Om deze naden te kunnen afdichten, moeten we hier eerst het pleisterwerk wat bijwerken.
Want er zijn nog een aantal grote openingen onderaan de wanden, waar de leidingen ingeslepen werden.
Die vullen we bij met een renovatiepleister.
Deze pleister is voldoende vast voor het vullen van grotere gaten en is krimparm.
Zo reduceren we de kans op latere barsten in het pleisterwerk.
Vul de openingen met product en strijk het zo glad mogelijk af.
Doe dit ook op plaatsen waar de opening tussen je vloer en de naastliggende muur té groot is.
Wat wel belangrijk is, is dat er een open voeg van minstens 8 mm overblijft tussen je vloer en de muur. Dit is de marge die het laminaat nodig heeft om te kunnen uitzetten.
Ook de dagkanten van de ramen werken we ondertussen bij, zodat die zo strak mogelijk afgewerkt zijn.
Deze naad moet dus open blijven, maar moet tegelijk ook waterdicht afgewerkt worden…
Daarom gaan we zorgen voor een flexibele vulling.
Zorg dat de naad proper is voor je hiermee begint.
Met een speciale set heb je alle nodige onderdelen bij de hand, want je moet de uitzetvoegen eerst vullen met een voegband.
Die overbrugt de grote opening, is flexibel en vormt de basis om op te kitten.
Zorg dat deze mousseband voldoende diep in de naad geduwd zit.
Op de voegband breng je dan een elastische afdichtingskit aan, die zorgt voor een waterdichte afwerking van je voegen.
Vul de naad met kit, met behulp van een kitpistool.
Breng voldoende aan, zodat de naad tussen vloer en wand volledig afgedekt is.
Strijk daarna het overtollige product af, zodat die in een mooi boogje loopt van muur tot vloer.
Met deze afwerking kan je vloer krimpen en uitzetten, terwijl hij beschermd blijft tegen vocht, doordat er geen vocht aan de vloerranden kan!
Dit zal bovendien onzichtbaar zijn, want de aansluiting tussen vloer en muur wordt nog bedekt met plinten.
In de volgende aflevering pakken we de douchewand aan.
We zorgen voor een neutrale afwerking met witte tegels…
Die we opvoegen met een bijpassende voegmortel.